Basisstof 6 en 7 Gezond leven en vaccinatie

Een gezond leven en vaccinatie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Een gezond leven en vaccinatie

Slide 1 - Slide

Bloeddruk 
Bloed wordt met grote kracht het lichaam in gepompt. 
Druk in de slagaders: bloeddruk. 
Bij inspanning of stress: tijdelijk hogere bloeddruk

Langdurige hoge bloeddruk: gevaarlijk. Beschadiging wanden slagaders. 
Oorzaken: stress, roken, overgewicht en zout eten. 

Slide 2 - Slide

Bloedvaten
* raken soms verstopt.
* kan gevaarlijk zijn vooral in hart of hoofd. 

Slide 3 - Slide

Hart- en vaatziekten
Zijn doodsoorzaak nummer 1 in Nederland. 

Slide 4 - Slide

Verstopt
Een bloedvat kan verstopt raken door:
- Trombose (plaatje)
- Cholesterol

- slagaderverkalking: verdikking wordt hard door kalk



Slide 5 - Slide

Cholesterol
cholesterol is een vettige stof die aan de binnenkant van je bloedvaten blijft plakken. 
Na een tijdje wordt het bloedvat nauwer.
Daarna raakt het helemaal verstopt. 

Slide 6 - Slide

Cholesterol
- zit in vette, dierlijke voedingsmiddelen
(verzadigd vet) 
- eieren, spek, slagroom, roomboter, mayonaise, hamburger, frituurvet, kaas, vlees etc. 

Slide 7 - Slide

Cholesterol, waar zit dat in?
A
Fruit en groenten
B
Chips en friet
C
Water
D
Frisdranken en snoep

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hart en vaatziekten

Slide 11 - Slide

Hart- en vaatziekten
* komen veel voor in welvarende landen. 
* kunnen worden voorkomen door een gezonde leefstijl. 

Slide 12 - Slide

Het hart
Kransslagaders: zorgen ervoor dat het hart zuurstof en voedingsstoffen krijgen. 
Kransaders: zorgen ervoor dat afvalstoffen van het hart afgevoerd worden via de holle ader. 

Slide 13 - Slide

Hartinfarct
Soms raakt een kransslagader verstopt. Dit deel krijgt dan geen zuurstof meer en kan doodgaan. 

Een ander woord voor hartinfarct is hartaanval

Slide 14 - Slide

Als je een hartinfarct krijgt wat gebeurd er dan?
A
Je kransslagader is verstopt. Stukje van je hart sterft af, door verstopping
B
Je kransslagader is verstopt en je krijgt nieuwe cellen
C
Er komen nieuwe cellen bij door verstopping
D
Je hart stopt helemaal met kloppen.

Slide 15 - Quiz

symptomen
Bij een hartinfarct heb je: 
- een stekende pijn in de borst
- benauwd
-komt vaak bij oudere mensen voor
- steeds vaker bij jonge mensen. 

Slide 16 - Slide

Herseninfarct
Ook een bloedvat in de hersenen kan verstopt raken. 
Dit heet een herseninfarct.
Een ander woord voor herseninfarct is beroerte.
Een deel van de hersenen kan afsterven en daardoor kan je verlamd raken

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Hersenbloeding, wat gebeurt er dan?
A
Een deel van de hersenen kan afsterven
B
Er ontstaan nieuwe cellen in je hersenen
C
Je krijgt last van je hart
D
Je bloed stroomt de verkeerde kant op

Slide 19 - Quiz

Oorzaken
- Te weinig beweging
- Te veel vet eten
- Roken
- te veel alcohol
- te zwaar zijn 

Slide 20 - Slide

Wat kun je zelf doen? 
- Zorgen dat je niet te zwaar wordt.
- Begin niet met roken.
- Begin niet met alcohol drinken. 
- Eet gezond.
-Beweeg genoeg.

Slide 21 - Slide

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 22 - Drag question

Vaccinatie

Slide 23 - Slide

Immuniteit
Je wordt niet meer ziek door een ziekteverwekker. 

2 manieren:
natuurlijke immuniteit
kunstigmatige immuniteit 

Slide 24 - Slide

Natuurlijke immuniteit
Je wordt ziek
Je lichaam maakt zelf antistoffen (duurt even, daarom ben je 'langere tijd' ziek)
Je wordt imuun 
Natuurlijke immuniteit

Slide 25 - Slide

Kunstmatige immuniteit
inenting of vaccinatie
klein beetje dode of verzwakte ziekteverwekker

je wordt niet ziek,
je witte bloedcellen maken wel antistoffen

dus een volgende keer: ook niet ziek

Slide 26 - Slide

corona vaccinatie
klein stukje (onderdeeltje) van het virus
je lichaam maakt antistoffen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Huiswerk
bas 6: Lees in je boek bladzijde 197 t/m 199
maak opdracht 1 t/m 8 (blz 199 t/m 204)

Bas 7: Lees in je tekstboek bladzijde 209, 210
maak in je boek opdracht 1 t/m 4 (blz 210 en 211) 

Slide 29 - Slide