This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
4.6 Hart- en vaatziekten
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Wat weten we nog?
Leerdoelen bespreken
Uitleg
Opdrachten maken
Afsluiten: leerdoelen check
Slide 2 - Slide
Wat weten we nog van de vorige les?
Slide 3 - Slide
De dubbele bloedsomloop bij de mens
Slide 4 - Slide
De Nieren
Slide 5 - Slide
Nieren en urinewegen
Slide 6 - Slide
opeten van ziekteverwekkers
antistoffen
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
kunstmatig en natuurlijk
Je kunt alleen immuun zijn voor een ziekte die je eerder hebt gehad. De witte bloedcellen moeten de eerste keer leren hoe ze de juiste antistof moeten maken.
Immuniteit (immuun zijn) nadat je ziek bent geweest, noem je natuurlijke immuniteit.
Tegen sommige ziekten krijg je als kind een inenting (een prik). Bijvoorbeeld tegen mazelen, difterie en kinkhoest. Immuniteit na een inenting is kunstmatige immuniteit
Slide 9 - Slide
Leerdoelen
Je kunt aangeven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden.
Slide 10 - Slide
Bloeddruk
Het hart pompt het bloed met grote kracht in de slagaders. Daardoor oefent het bloed veel druk uit op de wanden van de slagaders. Dit is de bloeddruk. De bloeddruk wordt gemeten met een bloeddrukmeter
Als je je inspant of opwindt, stijgt je bloeddruk tijdelijk. In rust daalt de bloeddruk weer. Langdurig hoge bloeddruk beschadigt de wanden van de slagaders.
Slide 11 - Slide
Oorzaken
De oorzaken van een hoge bloeddruk zijn onder andere;
stress,
roken,
overgewicht
zout eten.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slagaderverkalking
Als de wand van een slagader beschadigd is, kunnen witte bloedcellen en vette stoffen uit het bloed in de wand komen. Deze stoffen hopen zich op. Hierdoor ontstaat een verdikking. Uiteindelijk wordt de verdikking hard door kalk. Dit noem je slagaderverkalking.
Slide 14 - Slide
Door slagaderverkalking :
wordt bloedvat nauwer en minder elastisch.
hart moet een grotere kracht leveren= kan dan overbelast raken.
Bloeddruk wordt hoger.
Het orgaan achter de vernauwing te weinig bloed. =orgaan te weinig zuurstof. Het werkt dan slechter of helemaal niet meer.
Kans op slagaderverkalking wordt kleiner als je niet rookt, gezond eet en regelmatig beweegt.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Cholesterol
Cholesterol is een vettige stof die aan de binnenkant van je bloedvaten blijft plakken.
In de verdikking door slagaderverkalking kunnen scheurtjes ontstaan.= stolt het bloed op het scheurtje.
netals korstje op een wondje op de huid. =slagader afsluiten.
Als dit gebeurt in een kransslagader van het hart, dan krijgt een deel van het hart plotseling geen bloed meer.= hartaanval of hartinfarct .
Bij een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af door gebrek aan zuurstof.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
symptomen
Bij een hartinfarct heb je:
- een stekende pijn in de borst
- benauwd
-komt vaak bij oudere mensen voor
- steeds vaker bij jonge mensen.
Slide 24 - Slide
Herseninfarct
Ook een bloedvat in de hersenen kan verstopt raken.
Dit heet een herseninfarct.
Een ander woord voor herseninfarct is een beroerte.
Een deel van de hersenen kan afsterven en daardoor kan je verlamd raken
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Gezonde leefstijl
Hart- en vaatziekten = verzamelnaam voor ziekten aan hart en bloedvaten.
Als je gezond leeft, heb je een kleinere kans op hart- en vaatziekten.
Sommige mensen hebben door hun erfelijke eigenschappen meer kans op hart- en vaatziekten. Aan deze oorzaak kun je niets doen. Aan andere oorzaken kun je zelf wel wat doen.
Het belangrijkste is een gezonde leefstijl.
Slide 27 - Slide
Oorzaken
- Te weinig beweging
- Te veel vet eten
- Roken
- te veel alcohol
- te zwaar zijn
Slide 28 - Slide
Wat kun je zelf doen?
- Zorgen dat je niet te zwaar wordt.
- Begin niet met roken.
- Begin niet met alcohol drinken.
- Eet gezond.
-Beweeg genoeg.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
Cholesterol, waar zit dat in?
A
Fruit en groenten
B
Chips en friet
C
Water
D
Frisdranken en snoep
Slide 31 - Quiz
Als je een hartinfarct krijgt wat gebeurd er dan?
A
Je kransslagader is verstopt. Stukje van je hart sterft af, door verstopping
B
Je kransslagader is verstopt en je krijgt nieuwe cellen