1e les P2 Thema 2 luisteren 2.1

1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Absenten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

timer
5:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Nut Nederlandse les

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Starttaal 3F
H2 Luisteren

Lesdoel: 
Ik kan de luisterstrategie intensief luisteren op de juiste manier gebruiken.


Slide 15 - Slide

MAAK 2F HFDST 2
Theorie 1 →  Opdracht 1 + 2
15 minuten

EERDER KLAAR?   
Maak theorie 2 
→ opdracht 3 - 4 - 5

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Waar loop je tegen aan met de gemaakte opdrachten 1 + 2

Slide 17 - Open question

Belangrijk bij 
luisteren en teksten
....................

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

5 W's
Wie: over wie gaat het?
Wat: wat is er precies gebeurd?
Waar: op welke plek is het gebeurd? 
             Dit kan heel specifiek zijn, bijvoorbeeld een straatnaam
Wanneer: op welke datum/tijdspad is het feit gebeurd of gaat er                        iets gebeuren?
Waarom: waarom is het gebeurd?
Hoe: hoe is het gebeurd?

Slide 20 - Slide

Intensief luisteren naar een gesproken tekst
 
Als je wilt weten waar een gesproken tekst precies over gaat, moet je intensief luisteren. Dat doe je door aandachtig naar de gesproken tekst te luisteren.

Voorbeeld                         
Tim wil een woning huren en kijkt naar een filmpje op een website van een makelaar. Hij krijgt in het fragment informatie over dingen waarop hij moet letten bij het bezichtigen van een woning. Ook krijgt hij informatie over de kosten die verbonden zijn aan het huren van een woning via een makelaar. Tim luistert aandachtig naar de gesproken tekst; hij wil de informatie goed onthouden, zodat hij goed voorbereid een woning kan huren.

Slide 21 - Slide

Intensief luisteren naar een gesproken tekst
 
Als je wilt weten waar een gesproken tekst precies over gaat, moet je intensief luisteren. Dat doe je door aandachtig naar de gesproken tekst te luisteren.

Voorbeeld                    Hoe passen de 5 W's hier?     
Tim wil een woning huren en kijkt naar een filmpje op een website van een makelaar. Hij krijgt in het fragment informatie over dingen waarop hij moet letten bij het bezichtigen van een woning. Ook krijgt hij informatie over de kosten die verbonden zijn aan het huren van een woning via een makelaar. Tim luistert aandachtig naar de gesproken tekst; hij wil de informatie goed onthouden, zodat hij goed voorbereid een woning kan huren.

Slide 22 - Slide

Bedenk je één voorbeeld van situaties waarin jij zelf intensief luistert.
Leg bij elke situatie uit waarom je intensief luistert.

Slide 23 - Open question

Intensief luisteren door:
De introductie
In de introductie worden het onderwerp van de gesproken tekst en de spreker of sprekers geïntroduceerd. Er kunnen ook aanwijzingen worden gegeven voor wat er in de gesproken tekst wordt behandeld.
Spreekpauze en verandering van beeld
Als er een nieuw tekstdeel begint, houdt een spreker vaak een spreekpauze of het beeld verandert.
Signaalwoorden en signaalzinnen
Met signaalwoorden en signaalzinnen geeft een spreker aan hoe informatie samenhangt. Bovendien gebruikt hij signaalzinnen om de inhoud van een nieuw tekstdeel aan te kondigen.






Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

We kijken filmpje, let op de volgende vragen: 
De introductie stopt rond de 18 seconden, wat weten we dan?

Welk signaalwoord hoor je rond de 37 seconden?  Misschien hoor je er nog meer :-) 

Er zitten ook 2 belangrijke signaalzinnen in het filmpje, probeer deze te ontdekken. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Welke titel staat er boven dit voorlichtingsfilmpje?

Slide 28 - Open question

De introductie eindigt rond de 21 sec. 

Slide 29 - Slide

Signaalwoorden.... welke?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Signaalzinnen....welke?

Slide 32 - Slide

Eerste signaalzin:

Hoe? dat leg ik graag even uit.

Hij legt uit hoe de wet werkt.

(1.34) 


Tweede signaalzin:

De moraal van het verhaal....

Hij gaat belangrijke informatie uit het fragment samenvatten.

(2.37)

 

Slide 33 - Slide

Aantekeningen maken
  • Aantekeningen maak je het best met pen en papier. 
  • Noteren met verschillende kleuren werkt fijn voor je brein.
  • Noteren in je eigen woorden, geen letterlijke quotes neerpennen, werkt fijn.
  • Noteren in steekwoorden en korte zinnen, in plaats van complete alinea’s, werkt fijn.
  • Noteren met tekens en symbolen, werkt fijn voor je brein.

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
Maken starttaal 3F
Thema 2
Hoofdstuk 2 
Intensief luisteren samenhang

Slide 35 - Slide

Wat is belangrijk bij intensief luisteren?

Slide 36 - Mind map

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 37 - Open question