Betoog schrijven

Betoog
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Betoog

Slide 1 - Slide

Betoog
Je probeert de lezer te overtuigen van jouw mening. Jouw standpunt verdedig je door argumenten te gebruiken. 

Slide 2 - Slide

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 3 - Quiz

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten
B
Hij probeert je een mening te geven met argumenten.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 4 - Quiz

Opbouw betoog
Inleiding
  • introduceren onderwerp + mening
middenstuk
  • argumenten 
  • tegenargumenten
  • weerlegging
conclusie

Slide 5 - Slide

Inleiding
Je geeft kort je mening over het onderwerp
Circusdieren

Ik vind.. Ik denk … Volgens mij … Ik ben van mening …

Slide 6 - Slide

Middenstuk 
Je geeft argumenten voor jouw standpunt
Gebruik voor elk argument een alinea.

In de eerste zin van de alinea noem je je argument. De rest van de alinea gebruik je om uitleg of voorbeelden bij je argument te noemen.
De volgorde wordt dus:
- argument
- tegenargument
- weerlegging

Slide 7 - Slide

Conclusie
Je herhaalt kort je mening en je argumenten

Slide 8 - Slide

Zet in de juiste volgorde.
Een betoog is als volgt opgebouwd:
A
Onderwerp -conclusie - argumenten- mening
B
Conclusie - mening - argumenten - onderwerp
C
Onderwerp - mening - argumenten - conclusie
D
Mening-argumenten- onderwerp - conclusie

Slide 9 - Quiz

In de inleiding..
A
Benoem ik argumenten
B
Geef ik mijn mening
C
weerleg ik een tegenargument

Slide 10 - Quiz

In het middenstuk benoem ik...

Slide 11 - Open question

De opdracht
Een betoog over het circus en de circusdieren
400-500 woorden.

Lees de tekst. Welk standpunt neem jij in en welke argumenten uit de tekst kun jij gebruiken?

Slide 12 - Slide