Als je vraagt naar hoeveelheden/veel of als je het gebruikt in
een ontkennende zin, gebruik je:
voorbeelden
Does he have much homework? He doesn’t have much to do.
Have you seen many James Bond movies? No, not that many.
Om te weten welke van de twee je kiest, kijk je naar
het zelfstandig naamwoord. (zie volgende drie dia’s)