Gedrag N2

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Gedrag N2

Ethologie betekent…

1. De studie van het dierlijk gedrag.
2. De studie van het menselijke lichaam.
3. De studie van planten en bomen.

Waarom is het als dierverzorger belangrijk om iets te weten over gedrag?

Zodat je weet wanneer je het dier moet voeren.

Om beter in te kunnen spelen op de behoeften van dieren en stress of ziekte te herkennen.

Omdat je dan weet waar een dier het liefst slaapt.

Hoe ontstaat gedrag?

1. Door toevallige bewegingen van het dier.
2. Door een combinatie van uitwendige en inwendige prikkels.
3. Alleen door externe geluiden.

Waarom reageren we niet op elke uitwendige prikkel die we krijgen?

1. Omdat onze hersenen selecteren welke prikkels belangrijk zijn.
2. Omdat we maar één prikkel tegelijk kunnen waarnemen.
3. Omdat we alle prikkels negeren.

Wat is het verschil tussen solitair gedrag en sociaal gedrag bij dieren?

1. Solitair gedrag betekent dat een dier alleen leeft, terwijl sociaal gedrag betekent dat een dier in een groep leeft.
2. Solitair gedrag betekent dat een dier in een grote groep leeft, terwijl sociaal gedrag betekent dat een dier alleen leeft.
3. Solitair gedrag betekent dat een dier alleen leeft, terwijl sociaal gedrag betekent dat een dier samen met mensen leeft.

Wat is aangeboren gedrag?

1. Gedrag dat door een trainer is aangeleerd.
2. Gedrag dat al vanaf de geboorte aanwezig is.
3. Gedrag dat een dier leert van zijn moeder.

Maternaal gedrag

Voortplantingsgedrag

Fourageergedrag

Rustgedrag

Territoriumgedrag

Een moeder likt haar baby

Een mannelijk dier dekt een vrouwelijk dier

Een dier eet

Een dier slaapt

Een dier plast op dingen in zijn omgeving

Waarom vormen sommige dieren een kudde of roedel?

1. Om meer eten te vinden.
2. Om bescherming te Om bescherming te bieden tegen roofdieren
3. Omdat ze niet alleen willen zijn
4. om efficiënter te jagen.

Hoe beïnvloedt rangorde of hiërarchie het leven van dieren in een groep?

1. De dieren met de laagste rang krijgen altijd het meeste voedsel.
2. De dieren met een hogere rang krijgen vaak als eerste toegang tot voedsel en partners.
3. Rangorde heeft geen invloed op het leven van dieren in een groep.

Wat is het verschil tussen monogamie en polygamie in het dierenrijk?

1. Monogamie betekent dat een dier meerdere partners heeft, terwijl polygamie betekent dat een dier slechts één partner heeft
2. Monogamie betekent dat een dier slechts één partner heeft, terwijl polygamie betekent dat een dier meerdere partners heeft.
3. Monogamie en polygamie betekenen hetzelfde in het dierenrijk.

Territoriaal gedrag betekent dat dieren hun eigen gebied verdedigen.

1. Waar
2. Niet waar

Sommige vogelsoorten trekken in de winter naar warmere gebieden om voedsel te vinden. Hoe wordt dit gedrag genoemd?

1. Hibernatie
2. Migratie
3. Camouflage
4. Solitair

In een groep olifanten is er vaak één leider. Wie is dat meestal?

1. De sterkste mannetjesolifant
2. Het oudste vrouwtje
3. De jongste olifant

Vleermuizen gebruiken echolocatie om hun weg te vinden en prooien te vangen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het voordeel van camouflage voor dieren zoals kameleons of octopussen?

1. Ze kunnen meer eten vinden.
2. Ze kunnen beter slapen.
3. Ze kunnen zich beter verbergen voor vijanden.

Wat is comfortgedrag?

1. Gedrag waarbij een dier zichzelf verzorgt, zoals wassen en krabben
2. Gedrag dat een dier vertoont als het bang is.
3. Gedrag dat alleen voorkomt als een dier eet.

Wat is een kenmerk van een
matriarchale groep bij dieren, zoals bij sommige apensoorten

1. De mannetjes leiden de groep.
2. Er is geen duidelijke leider.
3. De vrouwtjes leiden de groep.