BO les 7: VVT /Justitiële Inrichtingen/AZC en les 8: Ouderen

 Beroepsoriëntatie
Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT) - Justitiële Inrichtingen - Asielzoekerscentrum
Klassen: 
Datum: 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

 Beroepsoriëntatie
Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT) - Justitiële Inrichtingen - Asielzoekerscentrum
Klassen: 
Datum: 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spreekwoord

Maak af:
Wie zijn billen brandt, .............................................

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Betekenis spreekwoord
Wie zijn billen brand, moet op de blaren zitten

Wanneer je keuzes maakt die achteraf niet verstandig blijken, zijn de consequenties voor eigen rekening.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma deel 1 
1. AWR 
2. Terugblik op vorige week en eindopdracht
3. Lesdoelen
4. Theorie VVT
5. Theorie AZC
6. Filmfragment en/of stellingen
7. Afronding



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is je bijgebleven over de jeugdzorg?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblik- Beroepsoriëntatie eindopdracht 

Zijn hier nog vragen over???? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen  
Aan het einde van deze les kun jij: 
- Toelichten wat VVT is.
- Benoemen hoe jij als MZ'er cliënten kan ondersteunen binnen VVT.
benoemen wat een AZC is.
- Uitleggen van het COA doet.








Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

        Maak
        voor
       jezelf 
aantekeningen

Bijv: mindmap!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

VVT
Ziekenhuizen geven zorg aan mensen die problemen hebben met hun gezondheid. Naast ziekenhuizen bestaan er ook revalidatiecentra, de thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuizen (VVT).

VVT staat dus voor verpleging, verzorging en thuiszorg. Patiënten die langdurige zorg nodig hebben kunnen terecht bij de VVT.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling VVT


Mensen worden door de overheid gestimuleerd om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Via de gemeente kunnen ze zorg aanvragen door een thuiszorgorganisatie. De thuiszorgorganisatie biedt zorg en neemt huishoudelijke taken op zich zoals schoonmaken en persoonlijke verzorging.


Slide 11 - Slide

Doelstelling
Mensen worden door de overheid gestimuleerd om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Via de gemeente kunnen ze zorg aanvragen door een thuiszorgorganisatie. De thuiszorgorganisatie biedt zorg en neemt huishoudelijke taken op zich zoals schoonmaken en persoonlijke verzorging.

Cliënten
Cliënten die gebruikmaken van de zorg binnen de VVT zijn vaak al wat ouder. Sommige cliënten hebben vooral lichamelijke klachten, terwijl andere cliënten te maken hebben met zware dementie. In de VVT heb je naast de cliënten ook te maken met hun familie en vrijwilligers waardoor je met veel verschillende mensen moet communiceren.
Cliënten VVT

Cliënten die gebruikmaken van de zorg binnen de VVT zijn vaak al wat ouder. Sommige cliënten hebben vooral lichamelijke klachten, terwijl andere cliënten te maken hebben met zware dementie. In de VVT heb je naast de cliënten ook te maken met hun familie en vrijwilligers waardoor je met veel verschillende mensen moet communiceren.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

        Maak
        voor
       jezelf 
aantekeningen

Bijv: mindmap!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Asielzoekers
 In een asielzoekerscentrum worden cliënten tijdelijk opgevangen in afwachting van het wel of niet verkrijgen van een verblijfsvergunning. Veel asielzoekers hebben in het land van herkomst te maken met oorlog. Denk hierbij aan Syrië en Oekraïne. Mensen kunnen ook vluchten omdat ze in het land van herkomst worden vervolgd vanwege hun ras, godsdienst, nationaliteit, seksuele geaardheid of politieke overtuiging. 

Als maatschappelijk zorg medewerker kun je in een asielzoekerscentrum werken/ stage lopen. Jij ondersteunt de cliënten door informatie aan vluchtelingen verstrekken en praktische ondersteuning te bieden bij vragen en problemen omtrent huisvesting, financiën, gezondheidszorg, (taal)onderwijs ect.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Asielcentrum (professional maatschappelijk zorg H 2.1)
Een asielzoekerscentrum (azc) is een opvangcentrum voor asielzoekers die tijdelijk in een land verblijven tot er over de asielaanvraag is beslist. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is in Nederland verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van asielzoekers.


Het COA is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. Het doel van het COA is om asielzoekers te begeleiden naar een toekomst in Nederland of het land van herkomst.


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Met elkaar in gesprek
d.m.v. stellingen
  1. Als de oorlog voorbij is, moeten vluchtelingen terug naar hun eigen land.
  2. Asielkinderen die minimaal vijf jaar in Nederland zijn moeten een verblijfsvergunning krijgen.

Slide 16 - Slide

Stelling.

Ga staan als je het ermee eens bent.

Bespreek elke stelling kort.
Kijkvragen bij filmfragment

- Wat vind jij van de omstandigheden waarin kinderen wonen in de AZC's?

- Had je dit verwacht?

Slide 17 - Slide

In de afbeelding hierboven staat weergegeven hoe het communicatieproces verloopt. 

Je ziet dat de volgende aspecten betrokken zijn bij het communicatieproces:
  • de zender
  • de boodschap
  • de ontvanger
  • het medium
  • coderen
  • decoderen.
De aspecten worden hieronder verder toegelicht.

Zenden en ontvangen
Degene die communiceert, is de zender. De zender is de persoon die informatie zendt aan de Ontvanger. Deze ontvangt de informatie. De informatie noem je de boodschap. De zender zet de boodschap die hij wil geven om in een code. Deze code kan bestaan uit woorden, gebaren, mimiek of lichaamshouding. De ontvanger ontvangt de code en decodeert de code. Dit betekent dat hij probeert vast te stellen wat de zender bedoelt. De ontvanger reageert vervolgens op wat de zender communiceert. Hij communiceert op welke manier hij de boodschap heeft geïnterpreteerd of opvat. Dit noem je feedback. De ontvanger is nu de zender geworden en de zender de ontvanger.

Medium
Je kunt je boodschap ook overbrengen met een medium. Je gebruikt dan een bepaald middel om de boodschap over te brengen. Voor het onderhouden van het contact en voor zaken die niet echt dringend zijn, kun je dan kiezen voor gebruik van communicatiemiddelen. Denk hierbij aan een telefoontje, WhatsApp of een bericht op Facebook. Je kunt zo op een makkelijke manier familie en betrokkenen informeren. Tegenwoordig zijn hiervoor apps beschikbaar die speciaal ontwikkeld zijn voor de zorg en bijvoorbeeld de privacy waarborgen.

Welk medium
Gebruik van een medium is niet altijd een geschikte keuze. Een groot deel van de boodschap die je wilt overbrengen kan namelijk verloren gaan omdat je geen lichaamstaal ziet. Je kunt niet zien hoe de ontvanger reageert op je boodschap. Hierdoor is de kans op verstoring in de communicatie groter. Vooral als het gaat over belangrijke dingen of zaken die haast hebben, is persoonlijk contact belangrijk. Vaak werkt een persoonlijk gesprek dan het best. Misschien is dit niet altijd mogelijk omdat familie bijvoorbeeld in het buitenland woont. Je kunt deze dan toch persoonlijk informeren door gebruik te maken van videobellen of virtueel contact. Denk altijd goed na over de keuze van het medium dat je gebruikt. Maak ook duidelijke afspraken met elkaar welk medium waarvoor gebruikt wordt.

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Afsluiting

Bedankt voor jullie aandacht!  

Nog vragen? 


Slide 19 - Slide

This item has no instructions