Renaissance

Renaissance
16e en 17e eeuw
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Renaissance
16e en 17e eeuw

Slide 1 - Slide

Programma
Historische achtergrond: 1500-1700​
De renaissance​
Literatuur en taal​
Bekende schrijvers uit de 16e en 17e eeuw​

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je weet in grote lijnen de historische achtergrond van de renaissance.

Je kunt omschrijven wat de kenmerken zijn van de literatuur uit die periode.


Slide 3 - Slide

Historische achtergrond: 1500-1700
Europa​
  • Centraal geregeerde staten​
  • Door handel burgerij machtiger; kerk verliest gezag​
  • 1517: reformatie (godsdienstige twisten)​

Slide 4 - Slide

Wat waren de vijf belangrijkste oorzaken van de reformatie?

Slide 5 - Open question

Historische achtergrond: 1500-1700
Nederland​:
  • 1500: Karel V​ - onder zijn gezag was de Nederlanden redelijk autonoom
  • 1556: Filips II ​- teugels aantrekken en vervolgen protestanten
  • 1568 – 1648: Tachtigjarige oorlog​ (Willem van Oranje speelt een belangrijke rol)
  • Noorden: Gouden eeuw​
  • Zuiden: economisch en cultureel verval

Slide 6 - Slide

De renaissance
In de 14e eeuw ontstaat de renaissance in Italië.

Slide 7 - Slide

Renaissance

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

De kernwaarden van het humanisme
1. De mens staat centraal
2. De mens is verbonden met andere mensen
3. De mens is verbonden met de natuur
4. De mens is vrij om zelf keuzes te maken
5. De mens als redelijk wezen

Slide 10 - Slide

Erasmus
Een bekende Nederlandse humanist

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Renaissance
  • Antropocentrisme: prestaties kwamen voort uit mens zelf​ 
  • Individualisme: mens als unieke, individuele persoonlijkheid​,  individuele relatie met God.  
  • Homo universalis​ ( universele mens), vb. Leonardo da Vinci
  • Empirisme: zelf uitvinden hoe de wereld in elkaar zat

Slide 13 - Slide

Doen
Maken opdrachten 1 t/m 10 van de leeropdrachten A uit Laagland, p. 83. 

Slide 14 - Slide

Literatuur en taal 
Classicisme
Realisme
Estheticisme

Slide 15 - Slide

Binnen het classicisme heb je translatio, imitatio en...

Slide 16 - Open question

Realisme
Realistische weergave door naschilderen of d.m.v. nieuwe technieken, zoals het lineair perspectief.

Literatuur: personages gingen zich steeds meer gedragen zoals mensen in de werkelijkheid ook deden.


Slide 17 - Slide

Estheticisme

Dit was de leer dat de kunst in de eerste plaats iets moois diende te zijn, in plaats van dat het eerst om de inhoud gaat.

Ze hielden zich bezig met de vorm van het kunstwerk.
In de literatuur:
Literaire werken moesten aan bepaalde eisen voldoen van een bepaald genre, bijv. sonnet.

De taal moest elegant zijn en goed in de oren klinken. Op deze manier wilde men laten zien wat ze allemaal met de taal konden, zoals het gebruiken van woordspelingen, moeilijke verstypen (sonnet) en een metrum.

Slide 18 - Slide

Emblematiek: zinnebeelden
Pictura​

Motto​

Subscriptio​

Slide 19 - Slide

Toneel
Tragedie/treurspel​

Komedie/blijspel

Slide 20 - Slide

De rederijkers
Rederijkerskamers
Landjuwelen (literaire wedstrijden)

Slide 21 - Slide

Wie waren de rederijkers?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

De rederijkers
De rederijkerskamers: amateurvereniging

Landjuwelen: literaire wedstrijden met godsdienstige, politieke en morele thema's

Slide 24 - Slide

Rederijkersliteratuur
  • Vormgeving tekst belangrijk; ze hadden er tal van uitdagende regels voor. 
  • De taal zo 'kunstigst’ gebruiken om zijn boodschap over te dragen, een diepere gedachte.
  • Idee: God heeft orde in de schepping had aangebracht, van macroniveau (de kosmos, het heelal) tot op microniveau (het menselijk lichaam). 
  • De mens moest in de kunsten proberen deze goddelijke harmonie, deze perfecte verhoudingen te weerspiegelen in inhoud en vorm.

Slide 25 - Slide

Rederijkersliteratuur
1. Het refrein: gedicht met meerdere strofen met aan het slot van iedere strofe een 'stokregel'
2. Rondeel: het gedicht loopt rond en de regels vormen een cirkel. Een rondeel bestaat meestal uit acht regels waarvan de eerste twee ook de laatste twee zijn, en de eerste regel bovendien herhaald wordt in de vierde. 
3. Aldicht: alle woorden van een regel rijmen op alle woorden van de volgende regel. 
4. Retrograde: dit gedicht kun je probleemloos van achter naar voren lezen.

Slide 26 - Slide

Rondeel
Die door de wereldt sal gheraken
Die moet connen huylen metten honden
Ende moet ook connen diuerssche spraken
Die door de wereldt sal gheraken
Hier waerheyt segghen, en ghinder missaecken
Vooren saluen, en de achter wonden
Die door de wereldt sal gheraken
Die moet connen huylen metten honden

Anthonis de Roovere

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Opdracht in de les:
Maak nu zelf een rondeel, retrograde of aldicht
Huiswerk:
Maken opdrachten 11 t/m 20 van de leeropdrachten A, p. 83 in Laagland

Slide 29 - Slide

Plaats hier je gedicht

Slide 30 - Open question