les 4 Zeven minuten na middernacht lessenserie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Lezen

Zeven minuten na middernacht 

Superioriteitstheorie: 

Een persoon voelt zich superieur/verheven boven de ander. 

Denk aan de Belgen moppen

Incongruentietheorie:

Incongruentie = als dingen niet met elkaar samenvallen of overeenstemmen

Situatie wordt gevolgd door een situatie die je niet had verwacht. 

Ontladingstheorie:

Humor kan zorgen voor ontlading van spanning of energie. Denk bijvoorbeeld aan mensen die hard gaan lachen in een pijnlijke situatie.

Ironie: 

Het tegenovergestelde van wat je bedoelt zeggen. 

Sarcasme: 

iets gemener dan ironie, het ligt ook aan de toon.  

Cynisme: 

spottende en neerbuigende houding t.o.v. de wereld/mensen om hem heen.

Ironie: "Goh, het is lekker weer."

Ironie: "Ik heb zooooo'n zin in die toets volgende week."

Sarcasme: leerling haalt een 2, docent zegt: "Nou, jij hebt goed geleerd."

Cynisme: "roken hoef je niet te ontmoedigen, doodgaan aan kanker is goedkoper voor iedereen."

Aan de slag

Wat?        Maak opdracht 3, 4, 5, 6 en 7 op bladzijde 80

Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs

Klaar?     Lees verder in je leesboek (tot blz. 53)

Gebruik de theorie op bladzijde 38-39 van het handboek

'Het huilen stond hem nader dan het lachen' betekent ...?

1. Hij ziet vooral de negatieve kant
2. Hij wil graag huilen
3. Hij is met het verkeerde been uit bed gestapt
4. Hij lachte en huilde tegelijkertijd

'Lachen als een boer met kiespijn' betekent?

Einde van de les! Ik ken nu drie theorieën over wat humor is.

nee, sorry

een beetje

ja enigszins

goed genoeg voor een s.o.