1. Beschrijf veranderbaar gedrag.
2. Beschrijf concreet en specifiek gedrag dat je zelf hebt gezien of gehoord.
3. Gebruik een ik-boodschap.
4. Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft.
5. Laat je gesprekspartner reageren.
6. Vraag om het gewenste gedrag.
7. Verken samen oplossingen of achtergronden.