This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Voortplanting vrouw
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
De student kan in eigen woorden benoemen;
de vrouwelijke inwendige geslachtsorganen
de werking van deze vrouwelijke geslachtsorganen
de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen
de werking van deze vrouwelijke geslachtsorganen
de hormonale regeling van de voortplanting
de hormonale werking van de menstruele cyclus
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Verzin zoveel mogelijk andere woorden voor het vrouwelijk geslachtsorgaan
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Primaire geslachtskenmerken
Deze zijn reeds vanaf de geboorte te zien:
eierstokken
eileiders
baarmoeder
vagina met grote schaamlippen
vulva
Slide 7 - Slide
Secundaire geslachtskenmerken
Deze ontwikkelen zich gedurende de puberteit onder invloed van hormonen (oestrogenen):
ontwikkeling van borsten
verbreding bekken
volgroeien baarmoeder, eierstokken en vagina
toename van vetweefsel (heupen – benen – bovenarmen)
oksel- en schaamhaar (minder lichaamsbeharing)
verbreding bekken
menstruatiecyclus
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Hoe vaak wordt een eicel gerijpt?
A
1 x per week
B
2 x per maand
C
1 x per maand
Slide 11 - Quiz
Het maagdenvlies is een vlies die de baarmoeder afsluit
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee
Slide 12 - Quiz
Het maagdenvlies
Vliesje aan het begin van de vagina
Niet iedereen heeft een maagdenvlies
Maagdenvlies is geen gesloten vlies
Maagdenvlies heeft niets te maken met maagdelijkheid en/of bloeden tijdens de eerste keer!
Slide 13 - Slide
In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok
Slide 14 - Quiz
De eierstokken
De eierstokken liggen in de buikholte (intraperitoneaal) in het kleine bekken
Naast de baarmoeder bevestigd aan ligamenten (bandjes)
2.5 – 4.5 cm lang, 2 cm breed, 1 cm dik
Slide 15 - Slide
Eierstok
In de eierstokken vindt de ontwikkeling plaats van de eicellen.
Bij de geboorte zijn reeds alle cellen aanwezig die zich tot eicel kunnen ontwikkelen.
Enkele tienduizenden van deze cellen bevinden zich in een rusttoestand in de ontwikkeling.
Elk van deze cellen is omgeven door een laag andere cellen. Samen vormen ze een jonge follikel.
Slide 16 - Slide
Eisprong/ovulatie
Eisprong/ovulatie: gemiddeld 1 keer in de 4 weken komt een eicel vrij uit de eierstok (blijft onbevrucht 12 tot 24 uur leven)
Slide 17 - Slide
Een follikel is een met vocht gevuld blaasje waarin een eicel groeit. Deze bereidt de eicel voor op de eisprong.
Slide 18 - Slide
follikel
Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
Follikels kunnen rijpen in de puberteit
De eicel zit in de follikel
Slide 19 - Slide
Hoe noem je een lege follikel?
A
lege follikel
B
geel lichaam
C
Eicel
Slide 20 - Quiz
rijpende follikel
Slide 21 - Slide
Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel
Slide 22 - Drag question
Het blaasje waarin de eicel rijpt heet...
A
Folikkel
B
Follicel
C
Follikel
D
Folikel
Slide 23 - Quiz
Zit er een eicel in een follikel?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Menstruatie
Gebeurtenissen tijdens de menstruatiecyclus:
eicel rijpt
baarmoederslijmvlies groeit
eisprong (ovulatie)
menstruatie
Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.
Slide 25 - Slide
Menstruatiecyclus
Je menstruatiecyclus (of periode) kan soms zo onvoorspelbaar als het weer zijn.
Het is een garantie dat de duur van iedere menstruatie per persoon zal verschillen in lengte en verloop. Ze kunnen zelfs veranderen naarmate we ouder worden - het is niet iets waar we helemaal controle over kunnen hebben. Je menstruatiecyclus duurt tussen de 21 en 35 dagen, met 28 dagen als gemiddelde