Les 3, D grammaire + phrases-clés C (13-11) 2vwo

1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of steek je vinger op voor een nieuwe woordzoeker.


Aujourd'hui, c'est mercredi
H2B+A2A+ G2A

Slide 2 - Slide

Le programme:
- Grammaire D het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
- Aan het einde van de les kun je een familielid voorstellen in het Frans

Slide 4 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 64

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 10AB + 11ABC + 12A

Slide 6 - Slide

D, grammaire
Ouvre le livre à la page 70

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aantekening:
Open je aantekeningenschrift en schrijf mee!

Slide 9 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 16ABCD + 17ABC + 18 (maak 3 zinnen met het bijvoeglijk naamwoord en gebruik minstens 1 woord dat boven de opdracht staat)
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Prêt (klaar)? Apprendre phrases-clés C (Slim stampen) / aantekening grammaire D

Slide 10 - Slide

Vind je grammaire D nog lastig? Lees de grammaticablokken goed door.
Volgende les = herhalen klassikaal

Slide 11 - Slide

Cherche quelqu'un qui.... = ex. 14B
  • Stel de vragen in het Frans. Tu as un frère? Tu est fils unique?
  • Is het antwoord 'oui', dan noteer je de naam. 
  • Probeer zoveel mogelijk namen per zin te noteren/ 

Laatste 7 minuten van de les:

Slide 12 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: 16ABCD + 17ABC + 18
- Apprendre: aantekening grammaire D + phrases-clés C

Slide 13 - Slide

Even oefenen....
Koppel je laptop met de LessonUp

Slide 14 - Slide

Ma mère a les cheveux (m mv) noire / noir / noirs / noires
A
noire
B
noir
C
noirs
D
noires

Slide 15 - Quiz

Patrick a un nouvelle / nouveau / nouveaux / nouvelles chien
A
nouvelle
B
nouveau
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 16 - Quiz

Je n'aime pas une maison vert / verte / vertes / verts
A
vert
B
verte
C
vertes
D
verts

Slide 17 - Quiz

Een andere oefening...
Let op dat je het bijvoeglijk naamwoord aanpast aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord en dat de plaats verschillend kan zijn
noir --> la maison noire /  le chien noir
grand --> la grande maison / le grand frère

Slide 18 - Slide

Stappenplan
1. Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord ? bon/beau/grand/nouveau/petit/vieux = voor het zelfstandig naamwoord
- ander bijvoeglijk naamwoord? = achter het zelfstandig naamwoord

2. Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Is het een onregelmatige vorm? Wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord? Mannelijk / Vrouwelijk en enkelvoud of meervoud? (e / es / s)

Slide 19 - Slide

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(gris) c'est un .......... chat .........

Slide 20 - Open question

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(petit) je vois trois ........... filles .........

Slide 21 - Open question

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(nouveau) je veux de ............ pulls (m mv) ..........

Slide 22 - Open question

Cherche quelqu'un qui.... = ex. 14B
  • Stel de vragen in het Frans. Tu as un frère? Tu est fils unique?
  • Is het antwoord 'oui', dan noteer je de naam. 
  • Probeer zoveel mogelijk namen per zin te noteren/ 
Laatste 7 minuten van de les:

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide