Les 3, D grammaire + phrases-clés C (19-11) 2havo

Bienvenue H2A!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Bienvenue H2A!

Slide 1 - Slide


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui en daarna kun je nog even praten tot de les start.
! Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met de woordzoeker van vorige week !


Aujourd'hui, c'est mardi
H2A

Slide 2 - Slide

Rama -> luisterfragment inhalen

Proefwerk

Slide 3 - Slide

Le programme:
- Grammaire D het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
- Aan het einde van de les kun je een familielid voorstellen in het Frans

Slide 5 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 64

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 10ABC + 11AB + 12A

Slide 7 - Slide

D, grammaire
Ouvre le livre à la page 70

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aantekening:
Open je aantekeningenschrift en schrijf mee!

Slide 10 - Slide

Vul het bijvoeglijk naamwoord in (denk aan de plaats en vorm)
1) C'est une grande fille (grand)
2) Tu as un .......... jean noir (noir)
3) J'aime ce vieille maison (= vrl. ev.)
4) Il est un beau garçon ....... (beau)

Klaar? Fais exercice 16ABCDE + 17ABC. Houd je schrift open voor controle

Slide 11 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 16ABCDE + 17ABC (maak 3 zinnen met het bijvoeglijk naamwoord en gebruik minstens 1 woord dat boven de opdracht staat)
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Prêt (klaar)? Apprendre phrases-clés C (Slim stampen) / aantekening grammaire D

Slide 12 - Slide

Vind je grammaire D nog lastig? Lees de grammaticablokken goed door.
Volgende les = herhalen klassikaal

Slide 13 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: 16ABCDE + 17ABC
- Apprendre: aantekening grammaire D + phrases-clés C

Slide 14 - Slide

Cherche quelqu'un qui.... = ex. 14B
  • Stel de vragen in het Frans. Tu as un frère? Tu est fils unique?
  • Is het antwoord 'oui', dan noteer je de naam. 
  • Probeer zoveel mogelijk namen per zin te noteren/ 

Laatste 7 minuten van de les:

Slide 15 - Slide

Even oefenen....
Koppel je laptop met de LessonUp

Slide 16 - Slide

Ma mère a les cheveux (m mv) noire / noir / noirs / noires
A
noire
B
noir
C
noirs
D
noires

Slide 17 - Quiz

Patrick a un nouvelle / nouveau / nouveaux / nouvelles chien
A
nouvelle
B
nouveau
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 18 - Quiz

Je n'aime pas une maison vert / verte / vertes / verts
A
vert
B
verte
C
vertes
D
verts

Slide 19 - Quiz

Een andere oefening...
Let op dat je het bijvoeglijk naamwoord aanpast aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord en dat de plaats verschillend kan zijn
noir --> la maison noire /  le chien noir
grand --> la grande maison / le grand frère

Slide 20 - Slide

Stappenplan
1. Wat is de plaats van het bijvoeglijk naamwoord ? bon/beau/grand/nouveau/petit/vieux = voor het zelfstandig naamwoord
- ander bijvoeglijk naamwoord? = achter het zelfstandig naamwoord

2. Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
Is het een onregelmatige vorm? Wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord? Mannelijk / Vrouwelijk en enkelvoud of meervoud? (e / es / s)

Slide 21 - Slide

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(gris) c'est un .......... chat .........

Slide 22 - Open question

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(petit) je vois trois ........... filles .........

Slide 23 - Open question

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord op de goede plek (schrijf de hele zin over)
(nouveau) je veux de ............ pulls (m mv) ..........

Slide 24 - Open question

Cherche quelqu'un qui.... = ex. 14B
  • Stel de vragen in het Frans. Tu as un frère? Tu est fils unique?
  • Is het antwoord 'oui', dan noteer je de naam. 
  • Probeer zoveel mogelijk namen per zin te noteren/ 
Laatste 7 minuten van de les:

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide