§1: Het rijk van Karel de Grote

Hey!
Pak jouw spullen alvast:
  • Boeken, schrift, pen & Laptop.
  • Log in bij LessonUp.

Denk in tweetallen na over de volgende stelling:
"Stel je voor dat jij een koning bent en een heel groot rijk moet besturen. Wat zou je doen om ervoor te zorgen dat alles goed geregeld blijft?"

Schrijf in één zin op hoe je jouw rijk zou organiseren.
Bespreek dit kort met je buur.



timer
3:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hey!
Pak jouw spullen alvast:
  • Boeken, schrift, pen & Laptop.
  • Log in bij LessonUp.

Denk in tweetallen na over de volgende stelling:
"Stel je voor dat jij een koning bent en een heel groot rijk moet besturen. Wat zou je doen om ervoor te zorgen dat alles goed geregeld blijft?"

Schrijf in één zin op hoe je jouw rijk zou organiseren.
Bespreek dit kort met je buur.



timer
3:00

Slide 1 - Slide

De Middeleeuwen
De koning en zijn leenmannen

Slide 2 - Slide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Slide

Planning
  • Huiswerkcheck
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Doelen checken

Slide 4 - Slide

Leerdoel
HAVO: Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe het leenstelsel werkte en waarom dit systeem werd gebruikt.

VWO: Aan het eind van deze les kun je analyseren welke voordelen en nadelen het leenstelsel had voor zowel de koning als de leenmannen.

Slide 5 - Slide

Wat weet jij eigenlijk
van de middeleeuwen?

Slide 6 - Mind map

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode

  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500

Slide 7 - Slide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 8 - Slide


Onrustige tijden in Europa
500-800



  • Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
  • Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.

  • Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)

Slide 9 - Slide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Het leenstelsel

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten

  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 12 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 13 - Slide


Het Frankische Rijk valt uiteen

  • Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  • De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!

  • Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...

Slide 14 - Slide

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 15 - Drag question

Wat was de belangrijkste reden dat het leenstelsel ontstond?
A
De koning had te weinig geld
B
De koning kon niet overal tegelijk zijn
C
De kerk wilde meer macht
D
De boeren vroegen om bescherming

Slide 16 - Quiz

Welk probleem ontstond vaak binnen het leenstelsel?
A
Leenmannen vergaten soms dat hun land in leen was
B
De koning betaalde zijn leenmannen niet goed
C
De paus had te veel invloed op het leenstelsel
D
De boeren mochten geen eigen land bezitten

Slide 17 - Quiz

Leg uit hoe het leenstelsel ervoor zorgde dat de macht van de koning uiteindelijk afnam.

Slide 18 - Open question

(Af)maken
Learnbeat: §1 opdrachten.



Klaar? Lezen!

Slide 19 - Slide