2. Werk in tweetallen, lees om de beurt een woord.
Welke woorden ken je al? Welke woorden zijn nieuw? 3. Werk in tweetallen. Kijk naar de plaatjes zonder woorden. Wijs een plaatje aan, de ander zegt het woord.
4. Schrijf alle woorden onder de plaatjes. Kijk samen na.