Do 14 nov i tekstsoort, tekstdoel en tekstvorm

Tekstdoelen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tekstdoelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen 
Elke tekst wordt geschreven met een doel: een tekstdoel.
De schrijver wil iets bereiken.
Tekstdoelen:
  • activeren
  • amuseren
  • overhalen
  • waarschuwen
  • informeren
  • instrueren
  • overtuigen
Zo vind je het tekstdoel:
  • Wat is het belangrijkste wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
  • Wat voor tekstsoort is het? Krantenbericht? Gebruiksaanwijzing? Stripverhaal?


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verschillende tekstdoelen
Tekstdoelen: 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LET OP !


Een tekst heeft eigenlijk vaak meer dan één tekstdoel.
Het tekstdoel dat het belangrijkste is, is het uiteindelijke tekstdoel.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen
Tekstdoel
Voorbeeld
Informeren
Nieuwsbericht, tekst in schoolboek
Uitleggen
Recept, handleiding, gebruiksaanwijzing
Mening geven
Artikel
Overtuigen
Betoog, recensie, ingezonden brief
Amuseren
Gedicht, blog, strip, verhaal
Activeren
Advertentie, flyer, poster

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tekstdoelen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Tekstdoel
De schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst. Elke tekst heeft dus een tekstdoel. Als je het tekstdoel kent, begrijp je de tekst beter. Ook weet je dat of het tekstdoel past bij jouw leesdoel.

=> de bedoeling van de schrijver

Uitleg tekstdoel

Slide 10 - Slide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Tekstdoelen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Instrueren

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Deze vraag gaat over de verschillen tussen een nieuwsbericht en een artikel. Sleep de componenten naar de juiste plek. 
artikel
Nieuwsbericht
Gaat niet per se over een actueel onderwerp
Gaat over een actueel onderwerp
Titel geeft het onderwerp of hoofdgedachte aan
Titel geeft de hoofdgedachte aan 
Hiërarchisch opgebouwd
Heeft een vaste tekststructuur
Sobere lay-out
Aantrekkelijke lay-out
Tekstdoel is informeren
Kan verschillende tekstdoelen hebben

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Instrueren

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Plaats de tekstvormen bij de tekstdoelen.
Informeren

Amuseren

Overtuigen

Activeren
uitnodiging
handleiding
stripboek

betoog

recensie
advertentie
nieuwsbericht

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Uitleggen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een tekstdoel?
A
Artikel
B
Recept
C
Instrueren
D
Blog

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
D
reageren

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Tekstdoel?
A
Instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN tekstdoel?
A
verkennen
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk voor ma 18 nov
Maken opdr. 1 en 2

Leren blz. 36 en 37
Tekstdoelen en leesmanieren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions