3ns1,2 woe 19 jan 2022

Welke waarde geven de krachtmeters aan?
A
0,1
B
0,1 N
C
0,1 kg
D
0,1 kracht
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welke waarde geven de krachtmeters aan?
A
0,1
B
0,1 N
C
0,1 kg
D
0,1 kracht

Slide 1 - Quiz

Programma en lesdoelen
Programma
  • Kracht en versnellen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Lesdoel:
- Je kan uitleggen hoe krachten de snelheid veranderen
- Je dan de versnelling berekenen

Slide 2 - Slide

Krachten op een fiets
Vooruit: Spierkracht

Achteruit: Wrijvingskrachten
- rolweerstand (banden)
- luchtweerstand (lucht)

Slide 3 - Slide

Hoe ontstaat een beweging?
1. Versnellen
- Spierkracht is groter dan de wrijvingskracht

2. Snelheid blijft gelijk (constant)
- Spierkracht is evengroot als de wrijvingskracht

3. Vertragen
- Spierkracht is kleiner dan de wrijvingskracht

4. Remmen
- Spierkracht is 0, wrijvingskracht wordt heel groot.

Slide 4 - Slide

De fietser is hier aan het ..
A
Versnellen
B
Vertragen
C
Fietsen met constante snelheid
D
staat stil

Slide 5 - Quiz

De fietser is hier aan het ..
A
versnellen
B
vertragen
C
fietsen met constante snelheid
D
staat stil

Slide 6 - Quiz

Kracht, versnelling en massa

Kracht = massa x versnelling
F = m x a


grootheid
symbool
eenheid
afkorting
versnelling
a
meter per seconde kwadraat
m/s2
kracht
F
Newton
N
massa
m
kilogram
kg

Slide 7 - Slide

Versnelling 
Versnelling : Elke seconde wordt de snelheid groter

Positief getal: Dan wordt de snelheid groter. a = 5 m/s2
0 s = 0 m/s
1 s = 5 m/s
2 s = 10 m/s
Negatief getal: Dan wordt de snelheid kleiner, bijvoorbeeld - 1,2 m/s2

Slide 8 - Slide

Een auto heeft een massa van 1500 kg en versnelt met 1,3 m/s^2.
Bereken de kracht.

Slide 9 - Open question

Een auto levert een kracht van 2000 N. De massa is 1400 kg. Wat is de versnelling?

Slide 10 - Open question

Een auto levert een kracht van 2000 N. De massa is 1400 N. Wat is de versnelling?
F = 2000 N, m = 1400 kg, a = ?
F = m x a
2000 = 1400 x a

a = 2000 : 1400 = 1,4 m/s2

Slide 11 - Slide

valversnelling
Fz = m * g

op aarde is g gemiddeld 10m/s2.
g wordt ook wel de valversnelling genoemd.

Slide 12 - Slide

Tijdens één van de uitstapjes op de maan laat een astronaut zijn camera vallen. Wat gebeurt er met de snelheid van de camera tijdens de val?
A
Die is op de maan net zo groot als op aarde
B
Die is op de maan groter dan op aarde
C
Die is op de maan kleiner dan op aarde
D
Er is geen snelheid want de camera valt niet, hij is gewichtsloos

Slide 13 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
1. Huiswerk nakijken (antwoorden Classroom)
2. Opdracht kracht en versnelling (op Classroom)

Hoe: Zelfstandig                                        Klaar? Steek je vinger op!

Hulp:
1. Je boek
2. Fluistertoon persoon naast je
3. Steek je vinger op

Slide 14 - Slide

Afsluiten
Lesdoel:
- Je kan uitleggen hoe krachten de snelheid veranderen
- Je dan de versnelling berekenen

Huiswerk =  opdracht kracht en versnelling maken

Slide 15 - Slide