5.4 en 8.4 De invloed van media en werk

1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Vorige les
  • Uitleg paragraaf 5.4 en 8.4

Slide 2 - Slide

Na deze les weet je:
  • Hoe de vrijheid van meningsuiting terug komt in de media
  • Welke functies de media hebben
  • Wat beeldvorming en selectieve waarneming inhouden
  • Hoe social media jou beïnvloed 
  • Wat sociale ongelijkheid is
  • Kun je uitleggen wat een maatschappelijke ladder is
  • weet je wat sociale cohesie is 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Een vlogger roept zijn fans op om een minister te bekogelen met taarten.
A
Dit mag omdat er vrijheid is van drukpers
B
Dit mag omdat er vrijheid is van meningsuiting
C
Dit mag niet want het is verboden op te roepen tot geweld
D
Dit is verboden want het is indoctrinatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Kabinet moet aftreden om toeslagenaffaire, vindt meerderheid Nederlanders

A
Informatieve functie
B
Controle- of waakhondfunctie
C
Socialiserende functie

Slide 8 - Quiz

#samentegencorona
A
informatieve functie
B
controle- of waakhondfunctie
C
socialiserende functie

Slide 9 - Quiz

Bomalarm op luchthaven Frankfurt

A
Informatieve functie
B
Controle- of waakhondfunctie
C
Socialiserende functie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

8.4 Met werk kom je verder

Slide 14 - Slide

Lesdoelen 8.4
Aan het einde van de les kun je: 
Weet je wat een Maatschappelijke ladder is
kun je sociale cohesie uitleggen 
Kun je Sociale ongelijkheid uitleggen
Weet je wat Sociale mobiliteit is

Slide 15 - Slide

De maatschappelijke ladder
"De volgorde van de maatschappelijke posities in de samenleving"

Slide 16 - Slide

De maatschappelijke ladder
- Beroep --> maatschappelijke positie
- Maatschappelijke ladder = alle maatschappelijke posities in een samenleving van laag naar hoog

- Wat bepaalt jouw plek op de ladder?    -->

- Geld
- Macht
- Aanzien
- Kennis
- Talent

Slide 17 - Slide

Maatschappelijke ladder 
Het klimmen op de maatschappelijke ladder noemen we sociale mobiliteit.

Hoe kan je klimmen op de maatschappelijke ladder?
  • Opleiding volgen
  • Betere baan krijgen
  • Gebruik maken van je sociale vaardigheden om een 'betere' positie te verwerven.

Slide 18 - Slide

Geef aan met welk beroep je hoog en met welk beroep je laag op de maatschappelijk ladder staat:

Slide 19 - Drag question

maatschappelijke ladder
Klimmen op de maatschappelijke ladder
geld en bezit
aanzien

status
talent
kennis en vaardigheden
macht
verantwoordelijkheid
goede opleiding
persoonlijke eigenschappen

Slide 20 - Drag question

Sociale cohesie






Sociale cohesie
= hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Hoe meer sociale cohesie is, hoe meer mensen voor elkaar over hebben...


Slide 21 - Slide

Sociale ongelijkheid

Slide 22 - Slide

Welke soort sociale ongelijkheid?
- Ongelijke verdeling van macht

- Ongelijke verdeling van bezit 
(schaarse en hoog gewaardeerde zaken)

- Ongelijke verdeling van status 
(waardering of ongelijke behandeling)

Slide 23 - Slide

Drie soorten ongelijkheid
Ongelijke verdeling van bezit

  • Geld: inkomen, hoogte bankrekening
  • Spullen: dure auto, boot
Ongelijke verdeling van macht

  • Invloed die mensen hebben
  • Rol in overheid
  • Hoge functie
Ongelijke verdeling van aanzien

  • Status door functie
  • Status door kwaliteiten
  • Status door prestaties

Slide 24 - Slide

Wat is sociale cohesie?
A
Dat mensen andere mensen in de gaten houden
B
Dat mensen zich onderling verbonden voelen
C
Dat er spanningen zijn tussen verschillende groepen
D
Dat iedereen niet goed met elkaar omgaat

Slide 25 - Quiz

Wat is sociale ongelijkheid?
A
Niet iedereen heeft gelijke kansen in de samenleving.
B
Het organiseren van sociale evenementen waarbij iedereen een ongelijke rol krijgt
C
Een situatie waarin iedereen dezelfde rechten en plichten heeft, maar met andere uitkomsten
D
Het krijgen van een verschillende cijfers op school voor toetsen.

Slide 26 - Quiz