Meervoudsvormen

Benodigheden
Wel:
Boek
Opgeladen device 
Schrift
Pen

Niet:
Telefoon
Jas
Pet
Eten/drinken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Benodigheden
Wel:
Boek
Opgeladen device 
Schrift
Pen

Niet:
Telefoon
Jas
Pet
Eten/drinken

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Herhalen -> opdracht 2
Nakijken herhaling
Lesdoel
Wat weet je al?
Nieuwe lesstof (aantekeningen maken)
Zelfstandig werken
Einde van de les

Slide 2 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het eind van deze les kun je:
  • De juiste meervoudsvorm gebruiken;
  • De theorie toepassen tijdens de opdrachten.

Slide 3 - Slide

Hoe maak je een meervoudsvorm?

Slide 4 - Open question

Wat weet je al?

'Het wiel'
Draai aan het rad - schrijf het antwoord op in je schrift
7 minuten
Weet je het niet? Sla het over

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Hoe zat het ook alweer?
Er bestaan verschillende meervoudsvormen.

Het ligt aan de laatste letter(s) van een woord welke meervoudsvorm je gebruikt.

Slide 7 - Slide

Regels

Slide 8 - Slide

Regels

Slide 9 - Slide

Wat zijn de juiste meervoudsvormen?
A
garage's, lolly's en cowboy's
B
garages, lollys en cowboys
C
garages, lolly's en cowboys
D
garages, lollies en cowboys

Slide 10 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van 'stad'?
A
staden
B
stads
C
steden
D
stadjes

Slide 11 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van:
twee?
A
twees
B
tweeen
C
tweeën
D
tween

Slide 12 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van cadeau
A
cadeau's
B
cadeaus
C
kados

Slide 13 - Quiz

Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem

Slide 14 - Drag question

Wat is de juiste meervoudsvorm? 
Sleep het zelfst.nw naar de juiste plek. 
Uitgang +en
Uitgang +ën
Uitgang s 
Uitgang 's
orchidee

fooi
race
display
havik
amfibie
kiwi
café
zebra
fantasie

Slide 15 - Drag question

Wat ga je doen?
Maak opdr. 14 en 15
Zelfstandig
Stilte (oortjes toegestaan)
Vragen? Steek je vinger op
Klaar? Lees 'verkleinwoord' op blz. 148/149
              Maak opdr. 7
Na 10 min --> nakijken

Slide 16 - Slide