Deze les duurt ongeveer een lesuur en is helemaal digitaal.
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Kap. 4 - der Körper
We gaan deze les aan de slag met
Lernliste
Grammatik
Redemittel
Deze les duurt ongeveer een lesuur en is helemaal digitaal.
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les kun je:
Lichaamsdelen in het Duits benoemen
De werkwoorden wissen en möchten goed vervoegen
Vragen hoe het met iemand gaat in het Duits
vertellen hoe je je voelt in het Duits
Slide 2 - Slide
bekijk de onderstaande afbeelding goed
Slide 3 - Slide
der Kopf
der Hals
Der Schulter
der Arm
die Hand
die Brust
der Bauch
das Knie
der Fuß
der Po
het hoofd
de nek
de schouder
de arm
de hand
de borst
de buik
de knie
de voet
de billen
Slide 4 - Drag question
Grammatik
de werkwoorden
wissen = weten
möchten = zou graag willen
Slide 5 - Slide
de regel bij möchten (en wissen)
ich möchte (zelfde als er/sie/es-vorm)
du möchtest (zelfde als er/sie/es met -st erachter)
er/ sie/ es möchte (zelfde als de ich-vorm)
wir möchten (hele werkwoord)
ihr möchtet (stam + t)
Sie/sie(2) möchten (hele werkwoord)
Slide 6 - Slide
het werkwoord möchten
ich
du
er/ sie(1)/ es
wir
ihr = jullie
Sie/ sie(2)
möchten
möchte
möchtet
möchtest
möchten
möchte
Slide 7 - Drag question
möchten Ich ... zu Bett gehen
Slide 8 - Open question
möchten Wir ... dir helfen.
Slide 9 - Open question
möchten Julia ... Apothekenhelferin werden.
Slide 10 - Open question
möchten ... ihr mit uns ins Kino gehen?
Slide 11 - Open question
möchten ... du Drogist werden?
Slide 12 - Open question
möchten ... Sie lieber um 08.00 Uhr aufstehen?
Slide 13 - Open question
de regel bij wissen (en möchten)
ich weiß (zelfde als er/sie/es-vorm)
du weißt (zelfde als er/sie/es met -st erachter)
er/ sie/ es weiß (zelfde als de ich-vorm)
wir wissen (hele werkwoord)
ihr wisst (stam + t)
Sie/sie(2) wissen (hele werkwoord)
Slide 14 - Slide
het werkwoord möchten
ich
du
er/ sie(1)/ es
wir
ihr = jullie
Sie/ sie(2)
wissen
weiß
wissen
weißt
wisst
weiß
Slide 15 - Drag question
wissen Das ... ich noch nicht
Slide 16 - Open question
wissen Das ... wir gleich (zo meteen)
Slide 17 - Open question
wissen ... du es schon?
Slide 18 - Open question
wissen ... Sie es?
Slide 19 - Open question
wissen ... ihr es?
Slide 20 - Open question
Redemittel
De volgende opdrachten gaan over de Redemittel.
Slide 21 - Slide
Welke antwoorden passen bij welke vraag?
Mir ist so kalt
Mir geht's gut
Ich will früh schlafen gehen
Ich mag nichts. Mir ist schlecht.
Besser. Ich kann wieder gehen.
Kann sein
Wirst du krank?
Was hast du?
Was machst du heute Abend?
was magst du essen?
Und was macht dein Fuß?
Hallo, wie gehts dir?
Slide 22 - Drag question
Wat hoort bij elkaar?
Mir ist kalt
Mir ist schlecht
Es tut weh
Wie geht's dir?
Was ist los?
Wirst du krank?
Ik heb het koud
Hoe gaat het met je?
Het doet zeer
Ik ben misselijk
Word je ziek?
Wat is er aan de hand?
Slide 23 - Drag question
Redemittel
Zet bij de volgende dia's de woorden in de juiste volgorde, zodat er een goed zin ontstaat.
Let op, de computer let op hoofdletters en spelling.
Slide 24 - Slide
du - gehen - ins Bett - Wann - willst
Slide 25 - Open question
Es - geht - gut - mir -nicht
Slide 26 - Open question
dir? - geht's - wie - Hallo
Slide 27 - Open question
du - heute Abend? - Was - machst
Slide 28 - Open question
früh - ich - schlafen - gehen - will - Ich
Slide 29 - Open question
Kopf - Mein - tut - weh
Slide 30 - Open question
Gib - mir - deine - Hand
Slide 31 - Open question
Ohren - tun - meine - weh
Slide 32 - Open question
Kijk- en Luistervaardigheid
Nu krijg je nog een kort filmpje over cliniclowns te zien met daarin een aantal vragen die je moet beantwoorden. Bekijk de film en beantwoord de vragen die tijdens de film in beeld komen.
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
00:24
In welcher Stadt in Deutschland ist Mona?
Slide 35 - Open question
00:45
Warum hat Pia heute kein Kostüm an?
Slide 36 - Open question
01:32
Die Klinikclowns gehen zu verschiedenen Orten, um Menschen zum Lachen zu bringen. Wieviele Orte nennt Pia konkret?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 37 - Quiz
02:20
Alle desinfizieren ihre Hände und stecken ihre Hände in eine Schwarzlichtbox. Welche Farbe müssen die Hände haben, wenn sie wirklich 100% desinfiziert sind?
Slide 38 - Open question
04:14
Wie oft sind Pimpie und Hallihallo in der Kinder-Reha von der Universitätsklinik?
A
jeden Monat
B
jeden Tag
C
jede Woche
D
jedes Jahr
Slide 39 - Quiz
06:07
Warum ist der Besuch der Klinikclowns nicht nur gut für die Kinder, sondern auch für die Eltern und das Klinikpersonal?
Slide 40 - Open question
07:53
Welche 2 positiven Effekte der Klinikclowns nennt die 13-jährige Savina?
Slide 41 - Open question
08:31
Was sind die positiven Effekte von Endorphinen auf unseren Körper? Nenne mindestens 2!
Slide 42 - Open question
08:44
Wann ist der Arbeitstag für die beiden Klinikclowns vorbei?