Signaalwoorden: ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen ......maar ook, ten eerste, ten tweede.
Slide 7 - Slide
Tekstverband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds......anderzijds, daar staat tegenover.
Slide 8 - Slide
Tekstverband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, als voorbeeld, zo.
Slide 9 - Slide
Toets
Verwijswoorden, signaalwoorden, hoofdzaken – bijzaken, tussenkopje, deelonderwerpen, kernzin, infographic, ken de verschillende tekstdoelen, teksten vergelijken (overeenkomsten en verschillen).