PTA leesvaardigheid

PTA leesvaardigheid
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

PTA leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Programma:
- Planning voor de komende weken
- Onderwerpen PTA
- Aantekeningen
- Oefenen met onderdeel dat voor jou nog lastig is. 
- Nakijken

Slide 2 - Slide

Planning komende weken
- Week 44 - 2 lessen
- Week 45 - 2 lessen
- Week 46 - 1 les (13 november start PTA)

Slide 3 - Slide

Onderwerpen PTA
  1. Hoofdzaken en hoofdgedachte van de tekst vinden
  2. Tekstdoel en publiek van een tekst
  3. Verbanden en signaalwoorden in een tekst

Slide 4 - Slide

Hoofdzaken en hoofdgedachte

Slide 5 - Slide

Aantekening:
Hoofdzaken: wat belangrijk is in de tekst
Waar? Inleiding en slot of de eerste of laatste zin in een alinea. 

Hoofdgedachte: belangrijkste van de tekst in één zin samengevat. Stel jezelf de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Waar? Inleiding of in het slot. 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen en hoe te leren voor de toets?
Leerdoelen:
- Ik kan de hoofdzaken benoemen bij teksten.
- Ik kan de hoofdzaken scheiden van de bijzaken.
- Ik kan de hoofdgedachte benoemen bij teksten.  

Hoe te leren?
- Aantekening leren
- Oefenen en jezelf controleren

Slide 7 - Slide

Tekstdoel en tekstsoorten 

Slide 8 - Slide

Publiek
Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Slide 9 - Slide

Leerdoelen en hoe te leren voor de toets?
Leerdoelen:
- Ik kan het doel van de tekst benoemen.
- Ik kan het doel van de schrijver benoemen.
- Ik kan bepalen voor welk publiek de tekst geschikt is.

Hoe te leren?
- Aantekening uit je hoofd leren
- Jezelf overhoren
- Oefenen met verschillende soorten teksten (tijdens lessen of mij vragen)

Slide 10 - Slide



Verbanden en 
signaalwoorden

Slide 11 - Slide




Verbanden en 
signaalwoorden (2)

Slide 12 - Slide

Verbanden:

1. Opsomming

2. Tegenstelling

3. Voorbeeld/toelichting


Signaalwoorden:

1. en eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, bovendien, tevens, daarnaast, ten slotte, en. Opsommingstekens: een dubbele punt (:), liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) of ‘dots’ (•)

2. tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant, daarentegen

3. bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere, ter illustratie

Slide 13 - Slide

Verbanden:

4. Tijdsvolgorde

5. Oorzaak - gevolg

6. Voorwaarde



Signaalwoorden:

4. vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds

5.  daardoor, doordat, zodat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van

6. als … (dan), indien, tenzij, mits

Slide 14 - Slide

Leerdoelen en hoe te leren voor de toets?
Leerdoelen:
- Ik kan de soorten verbanden tussen zinnen en alinea’s herkennen, benoemen en uitleggen. 
- Ik kan signaalwoorden herkennen, benoemen en de betekenis ervan uitleggen.

Hoe te leren?
- Leer de verbanden met bijbehorende signaalwoorden 
- Oefen met teksten 



Slide 15 - Slide

Zelf oefenen
1. Hoofdzaken en hoofdgedachte
2. Tekstdoel en publiek
3. Verbanden en signaalwoorden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Programma:
- Klassenplattegrond
- Samen lezen 
- Opdrachten maken
- Opdrachten bespreken

Slide 18 - Slide

Samen lezen vanaf bladzijde 11


Iedereen leest mee!! Lees je niet mee? Dan moet je voorlezen. 

Slide 19 - Slide



Zelfstandig de opdrachten maken bij de tekst 'wild moet je niet opjagen' (hoofdstuk 2) 

Slide 20 - Slide