Grammatica blok 2

Welkom 2kd!
- Microfoon graag uit
- Camera aan :)
We starten om 08.50
- Zelf even blok 1 nakijken, zie Magister bijlage!

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom 2kd!
- Microfoon graag uit
- Camera aan :)
We starten om 08.50
- Zelf even blok 1 nakijken, zie Magister bijlage!

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag 
1. Absentie 
2. Voorkennis ophalen
3. Vragen over huiswerk?
4. Instructie grammatica blok 2 
5. Aan het werk
6. Vragen?

Slide 2 - Slide

Wat is een ander woord voor: 'beslissen'?
A
bepalen
B
bereid zijn om
C
zeker weten
D
een mening hebben

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
'na verloop van tijd'?
A
de tijd is verlopen
B
je afvragen
C
Na een tijdje
D
iets stop zetten

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
'De docent heeft bevestigd?'
A
zegt dat het niet klopt
B
zegt dat het waar is
C
opmerking over wat fout is
D
zegt dat het niet waar is

Slide 5 - Quiz

Type alle werkwoorden uit het volgende stukje tekst:

"Heb jij weleens een krokodil in het wild gezien? Meestal ligt hij te slapen. Dat lijkt maar zo."

Slide 6 - Open question

Noem het wwg in de volgende zin:
'"Arie zit de hele tijd te lachen."
A
Arie
B
zit
C
zit lachen
D
zit te lachen

Slide 7 - Quiz

Wat is het wwg in de volgende zin:
"Het paard staat in de wei te dromen."
A
het paard
B
staat
C
staat dromen
D
staat te dromen

Slide 8 - Quiz

Vragen over huiswerk?
Steek je hand even op..

Nakijken?
Zie antwoordblad bij de les van vandaag in Magister

Slide 9 - Slide

Grammatica blok 2 doelen:
1. Je weet wat een persoonsvorm is in een zin
2. Je weet wat een onderwerp is in een zin
3. je weet wat een wwg (werkwoordelijk gezegde) is
4. je herkent een wwg met het woord 'te' + hele ww

Slide 10 - Slide

Grammatica blok 2
Persoonsvorm = werkwoord wat vooraan komt wanneer je de zin vragend maakt
Onderwerp = wie/wat + pv
wwg = werkwoordelijke gezegde = alle werkwoorden in de zin
wwg = pv + te + hele ww

Slide 11 - Slide

Voorbeeldjes wwg
1. Sha-Renzo probeert zijn fiets zelf te repareren.
2. Quinn staat lekker te dromen.
3. Elai hangt de was aan het wasrek te drogen.
4. Wat zitten jullie toch de hele tijd te kletsen!
5. Danisha, heb jij je tas al ingepakt?
6. Doha zit graag te kletsen.
7.  Daniel heeft de koffie ingeschonken.

Slide 12 - Slide

Aan het werk
Grammatica blok 2      
- vanaf blz. 72

Opdrachten: 5, 6, 12, 13
= Huiswerk voor maandag 18 januari

Slide 13 - Slide

Vragen?
(Vanavond 19uur is er weer een persconferentie, dan horen we of we volgende week les op school hebben of nog online.)


Dank voor jullie aandacht en tot volgende week!




Slide 14 - Slide