H7 - §7.1 Krachten herkennen

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §7.1
  • instructie §7.1
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


H7 Krachten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §7.1
  • instructie §7.1
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


H7 Krachten

Slide 1 - Slide

§7.1 - Je leert ...
  • verschillende soorten krachten noemen en met een symbolen weergeven;
  • drie soorten gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  • aangeven dat een kracht altijd op een voorwerp werkt;
  • aangeven wat het verschil is tussen plastische en elastische vervorming.

Slide 2 - Slide

Krachten
Waardoor is de vervorming
zoals die te zien is 
veroorzaakt?

Slide 3 - Slide

Noteer 3 woorden waar je aan denkt bij het horen van het woord kracht.

Slide 4 - Mind map

Gevolgen van krachten

Slide 5 - Slide

Gevolgen van krachten
  • De grootte van de snelheid verandert.
  • De richting van de snelheid verandert.
  • De vorm van een voorwerp verandert, plastisch of elastisch

Slide 6 - Slide

Gevolgen van krachten
De vorm van een voorwerp verandert:

plastisch (blijvend vervormd)

of 

- elastisch (tijdelijk vervormd)
P
E

Slide 7 - Slide

Krachten herkennen
Wat: geef van elk van de onderstaande voorbeelden aan hoe je ziet dat er een kracht werkt

Voorbeelden:
- Usain Bolt krijgt het startsein voor de 100 m sprint en begint te rennen
- Een honkballer slaat een bal het veld in
- Een kunstenaar maakt een vaas van klei
- Een fietser komt tot stilstand voor het rode stoplicht

Hoe: noteer voor welke voorbeeld het antwoord, samen met de persoon die naast je zit. Daarna wordt het klassikaal besproken

Slide 8 - Slide

Krachten herkennen
Voorbeelden:
- Usain Bolt krijgt het startsein voor de 100 m sprint en begint te rennen
- De snelheid verandert van grootte, dus er werkt een kracht.
- Een honkballer slaat een bal het veld in.
- De snelheid verandert van richting, dus er werkt een kracht.
- Een kunstenaar maakt een vaas van klei.
- De vorm van de klei verandert, dus er werkt een kracht
- Een fietser komt tot stilstand voor het rode stoplicht.
- De snelheid neemt af, dus er werkt een kracht.

Slide 9 - Slide

Noteer de verschillende soorten krachten die je kent.

Slide 10 - Open question

Soorten krachten
  • Spierkracht
  • Spankracht
  • Weerstandskracht
  • Veerkracht
  • Magnetische kracht
  • Elektrische kracht

Slide 11 - Slide

Soorten krachten
Naam:                                  Symbool:                        Het symbool voor kracht is F
Zwaartekracht                 Fz
Spierkracht                       Fspier
Veerkracht                         Fv,    Fveer
Weerstandskracht         Fw,   Fweerstand
Spankracht                       Fs,    Fspan  
Elektrische kracht         Fel
Magnetische kracht     Fmagn

Slide 12 - Slide

Pictionary
Wat:
  1. Ga in jouw groepje van 3 á 4 leerlingen zitten
  2.  Eén leerling kiest een kracht van het lijst hiernaast en tekent een situatie waarin deze kracht in voor komt
  3. De andere leerlingen proberen te raden welke kracht het is
  4. De eerste leerling uit het groepje die het kracht juist benoemd krijgt een punt
Leerlingen met de meeste punten, wint

Tijd: 7 minuetn

timer
7:00
Regels
Regels

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Lezen §7.1 uit je boek


Maak:
- route groen

- route blauw
of
- route paars






Zs
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Lezen §7.1 uit je boek


Maak:
- route groen
- route blauw
of
- route paars


Zf

Slide 15 - Slide

Wat weet je al???

Slide 16 - Slide

Krachten
Waardoor is de vervorming
zoals die te zien is 
veroorzaakt?

Slide 17 - Slide

Welke krachten werken er?

Slide 18 - Open question

Noem de 3 gevolgen van een kracht.

Slide 19 - Mind map


Van welke kracht zie je hier het gevolg? 
A
Veerkracht
B
Spierkracht
C
Zwaartekracht
D
Wrijvingskracht

Slide 20 - Quiz

§7.1 - Je kunt ...
  • verschillende soorten krachten noemen en met een symbolen weergeven;
  • drie soorten gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  • aangeven dat een kracht altijd op een voorwerp werkt;
  • aangeven wat het verschil is tussen plastische en elastische vervorming.

Slide 21 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll