Week 14 Woensdag 2A

Woensdag 4 april
  • 10 minuten lezen
  • 4.6 Schrijven: activerende teksten (uitleg en quizvragen)
  • Zelfstandig werken
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Woensdag 4 april
  • 10 minuten lezen
  • 4.6 Schrijven: activerende teksten (uitleg en quizvragen)
  • Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

4.6 Schrijven
  • Activerende teksten

Slide 2 - Slide

Activerende teksten
  • Wat is het tekstdoel van een activerende tekst?
  • Waar kun je een activerende tekst vaak aan herkennen?
  • Noem een tekstvorm van een activerende tekst.

Slide 3 - Slide

Schrijven van een activerende tekst
  • Trek aandacht.
  • Wek interesse.
  • Maak gretig.
  • Activeer de lezer.
  • Kies goede afbeeldingen.

Slide 4 - Slide

Schrijven van een activerende tekst

Blikvangers:

  • opmaak tekst
  • slagzinnen
  • afbeeldingen

Slide 5 - Slide

Welk merk hoort bij de volgende slogan?

'Er is geen betere.'
A
Philips
B
Miele
C
Samsung
D
Zanussi

Slide 6 - Quiz

Welk merk hoort er bij de volgende slogan?
'Wast een berg, kost een beetje.'

Slide 7 - Open question

Wat is de woordgrap?



'We hebben je hart nodig ' (Hartstichting)

Slide 8 - Slide

Van welk merk is de slogan 'De zuivelste verwenners'?
A
Campina
B
Mona
C
Almhof
D
Milka

Slide 9 - Quiz

Wat is de slogan van Chocomel?

Slide 10 - Open question

Slogans

Slide 11 - Mind map

Slagzinnen (slogans)
  • aantrekkelijke belofte doen: Direct verzekeren, direct resultaat  (Ohra)
  • belangrijke eigenschap noemen: Het zuiverende water  (bronwater)
  • gebruik maken van rijm: Duyvis, als er een fuif is!
  • woordgrap maken: De zuivelste verwenners  (Mona)
  • tegenstelling: Veel voor weinig  (Hema)
  • humor gebruiken: Lijkt nergens op  (VPRO)

Slide 12 - Slide

Activerend taalgebruik
  • Spreek de lezer direct aan (jij of u)
  • Gebruik zo weinig mogelijk de lijdende vorm (De muur wordt geschilderd)
  • Schrijf in de tegenwoordige tijd
  • Gebruik positieve of overtuigende woorden zoals voordeel, winst, goed, ja, slim, makkelijk, nieuw
  • Stel een vraag: Verlang jij ook zo naar de zon?
  • Gebruik de gebiedende wijs: Koop nu! Bestel vandaag nog! Kom langs voor meer informatie!

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
  • Wat?             Opdracht 2, 3 en 5 van 4.6
  • Hoe?             Zelfstandig. Zachtjes overleggen mag, muziek                                                            luisteren mag ook.
  • Hulp?            Buurman of -vrouw, docent
  • Tijd?               Tot 12.25 uur, anders huiswerk
  • Resultaat?   Opdrachten netjes in schrift, let op hoofdletters 

                                  en leestekens.

  • Klaar?             Nakijken: alle gemaakte opdracht van                                                                              hoofdstuk  4

Slide 14 - Slide