Leestekenspunt = .
komma = ,
uitroepteken = !
vraagteken = ?
dubbele punt = :
aanhalingstekens: " ... "
Voorbeeld
= Ik lees een boek.
= Ik lees snel dit boek, want het is spannend.
= Hee! Speel de bal naar mij!
= Wil je mij dat boek geven?
= Jan zei tegen Marie: "Ik houd van jou."