14 en 15 sept (C)

Op tafel:
- Op Schrift
- pen
Welkom klas
timer
2:30
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Op tafel:
- Op Schrift
- pen
Welkom klas
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Vandaag donderdag 14 september: 
Nakijken invultekst (pagina 25)
leestekens + doelen

Slide 2 - Slide

opdracht 3 op pagina 25
1. rotterdam > Rotterdam
2. November > november
3. Liefe > lieve
4. Fan harte > van harte
5. gufeliciteert > gefeliciteerd 
6. jou verjaardag > jouw verjaardag
7. out > oud

Slide 3 - Slide

opdracht 3 op pagina 25
8. hoe gaat het met jou 9 > Hoe gaat het met jou? 
10. parijs > Parijs
11. Zamen > Samen
12. gewest > geweest
13. hoog. > hoog!
14. stat > stad / steden
15. fader > vader

Slide 4 - Slide

opdracht 3 op pagina 25
16. eiffeltoren > Eiffeltoren 
17. pannekoeken > pannenkoeken
18. niewe > nieuwe
19. hont > hond / 2 honden
20. hij > Hij
21. Hij is heel lief > Hij is heel lief. 
22. gekrijg > Ik krijg, ik kreeg, ik heb gekregen
Heb je cadeautjes gekregen?

Slide 5 - Slide

opdracht 3 op pagina 25
23. verjaardaag > verjaardag
24. koom > kom
25. ons. > ons?
26. groenten > groeten
veel groeten/groetjes aan je vader. 

Slide 6 - Slide

Leestekens

1. vragen
vraagteken
?
2. pauzeren
3. uitleggen
4. roepen
5. stoppen
6. citeren
7. opsommen
puntkomma
;
8. iets zeggen
Leestekens
Vul deze kolom in op pagina 17. 

Slide 7 - Slide

Leestekens
punt = . 
komma = , 


want, dat, doordat, omdat, nadat, voordat, 
Voorbeeld
Ik ga naar huis. 
Ik ga naar huis, want de les is voorbij. 
Ik ga naar huis en dan lopen met vrienden, omdat ik hen wil zien. 
Ik ga naar mijn vriend, want hij viert zijn verjaardag. 
 

Slide 8 - Slide

Huiswerk
punt = .
komma = ,
uitroepteken = !
vraagteken = ?
dubbele punt = :
aanhalingstekens: " ... "
Maak zelf 2 verschillende zinnen met elk van deze leestekens. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Op tafel:
- Op Schrift
- pen
Welkom klas
timer
2:30

Slide 11 - Slide

Vandaag vrijdag 15 september: 
Leestekens > huiswerk nakijken
Plaatsen van leestekens in een tekst

Slide 12 - Slide

punt = .
komma = ,
uitroepteken = !
vraagteken = ?
dubbele punt = :
aanhalingstekens: " ... "

Zinnen:
Schrijf nu een tekst. 
ik wil een kat, maar mijn moeder is tegen. 
Laptop dicht!
Teodor, wat is de naam van jouw buurman? 
Dit is wat ik vandaag heb gegeten: kip, patat en een appel. 
Maak zelf 2 verschillende zinnen met elk van deze leestekens. 

Slide 13 - Slide

punt = .
komma = ,
uitroepteken = !
vraagteken = ?
dubbele punt = :
aanhalingstekens: " ... "

Zinnen:
De docent zegt: "pak het schrift!"
Mijn vriend is arts. 
ik wil naar Parijs, Berlijn en Kiev. = Ik ben naar Parijs, Berlijn en Kiev geweest. 
Mag ik naar de wc gaan? 
Mag ik jouw pen lenen?
Maak zelf 2 verschillende zinnen met elk van deze leestekens. 

Slide 14 - Slide

punt = .
komma = ,
uitroepteken = !
vraagteken = ?
dubbele punt = :
aanhalingstekens: " ... "

Zinnen:
Ik heb drie dingen: een pen, een ding en een zakje. 
Ivan: "Slapen is een goede tijd, maar het is niet echt goed."
Ik leg het boek op de tafel.
Ik ga naar school. 
Geef de bal aan mij! Hier! Ik sta vrij!!!!
Maak zelf 2 verschillende zinnen met elk van deze leestekens. 

Slide 15 - Slide

Leestekens
punt = . 
komma = , 

uitroepteken = ! 
vraagteken = ? 
dubbele punt = : 
aanhalingstekens: " ... "
Voorbeeld
= Ik lees een boek.
= Ik lees snel dit boek, want het is spannend.
= Hee! Speel de bal naar mij!
= Wil je mij dat boek geven?
= Jan zei tegen Marie: "Ik houd van jou."

Slide 16 - Slide

Maken
Plaats de leestekens en hoofdletters in de tekst op pagina 18.

Slide 17 - Slide