Oefentoets Thema 6

6.4
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

6.4

Slide 1 - Slide

Bloem onderdelen met hun kenmerken en functies   
Kelkblad
Kroonblad
Meeldraden
Stamper
Mannelijk voortplantingsorgaan
Stempel, stijl, vruchtbeginsel
Lokken insecten
Produceert eicellen (vrouwelijke geslachtscellen)
Helmdraden en helm-knoppen
Produceert stuifmeel (mannelijke geslachtscellen)
Beschermt de bloem tegen kou en uitdroging
Groot en kleurrijk, soms klein en groen. 
Meestal groen

Slide 2 - Drag question

Bloemkroon
Bloemkelk
Meeldraad
Stamper

Slide 3 - Drag question

Insecten-
bloemen
Windbloemen
fel gekleurde kroonbladeren
Geurige bloemen met nectar
stuifmeel is grof en plakkerig
kleine bloemen
maken veel stuifmeel
stamper en meeldraad binnen de bloem
stempel vervorming en buiten de bloem

Slide 4 - Drag question

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 5 - Drag question

Je ziet de doorsnede van een stamper. 

Heeft bij deze stamper bestuiving plaatsgevonden?
Sleep je antwoord in dit vak

Slide 6 - Drag question

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 7 - Drag question

veel stuifmeel
kleverig stuifmeel
stempels in de bloem
bloemen hebben nectar
meeldraden buiten de bloem
bloemen geuren

Slide 8 - Drag question

Is 3 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 9 - Quiz

Wat is nectar?
A
Een vorm van stuifmeel
B
Honing
C
Een zoet sap dat insecten aantrekt
D
Voedsel voor de bloem

Slide 10 - Quiz

Meeldraden zijn
A
Mannelijke voortplantingsorganen
B
Mannelijke geslachtscellen
C
Vrouwelijke voortplantingsorganen
D
Vrouwelijke geslachtscellen

Slide 11 - Quiz


In het vruchtbeginsel zitten...
A
Stuifmeelkorrels
B
Stempels
C
Zaadbeginsels
D
Helmhokjes

Slide 12 - Quiz

Een insectenbloem heeft heel veel stuifmeel, zo'n bloem heeft meer stuifmeel dan een windbloem.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 13 - Quiz

Een bloem heeft een stamper en Een bloem heeft een stamper en meeldraden.
De een is mannelijk, de ander vrouwelijk.

Wat is de stamper?

A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 14 - Quiz

Welke pijl is zelfbestuiving?
A
6
B
7
C
8

Slide 15 - Quiz

Het stuifmeel is...
A
vrouwelijk
B
mannelijk

Slide 16 - Quiz

De stempel is een onderdeel van...
A
De meeldraden
B
De stamper
C
De bloemkelk
D
De kroonbladeren

Slide 17 - Quiz


Op de afbeelding zie je een windbloem.
Hebben windbloemen nectar?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Het zaadbeginsel zit...
A
...op de stempel van de bloem
B
...in het vruchtbeginsel van de bloem
C
...in de stijl van de bloem
D
... bij de kelkbladeren van de bloem

Slide 19 - Quiz

Bij geslachtelijke voortplanting zijn de nakomelingen..
A
Precies hetzelfde als de ouderplant/ als het ouderdier
B
Ligt het eraan welk DNA sterker is, die van moeder of vader
C
Zijn de nakomelingen 50% DNA van de moeder en 50% van de vader

Slide 20 - Quiz

Bij ongeslachtelijke voortplanting zijn de nakomelingen...
A
Precies hetzelfde als de ouderplant
B
Zijn de nakomelingen 50% DNA van de moeder en 50% van de vader

Slide 21 - Quiz