Als een luidspreker geluid geeft, beweegt de conus heen en weer. Daardoor ontstaan er drukverschillen in de lucht. Wat gebeurt er met de lucht bij de conus, als de conus naar buiten beweegt?
A
De lucht wordt 'verdund'
B
De lucht wordt samengedrukt
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Als een luidspreker geluid geeft, beweegt de conus heen en weer. Daardoor ontstaan er drukverschillen in de lucht. Wat gebeurt er met de lucht bij de conus, als de conus naar buiten beweegt?
A
De lucht wordt 'verdund'
B
De lucht wordt samengedrukt
Slide 1 - Quiz
Koppel de woorden die bij elkaar passen.
Mens
Luidspreker
Lucht
Microfoon
Water
Geluidsbron
Geluidsbron
Tussenstof
Tussenstof
Ontvanger
Ontvanger
Slide 2 - Drag question
Selecteer het woord dat ontbreekt. Je kunt het geluid van een geluidsbron alleen horen als er een ... is tussen de geluidsbron en je oren.
A
Tussenstof
B
Trilling
C
Geluidsbron
D
Ontvanger
Slide 3 - Quiz
Als het onweert, dan zie je eerst de bliksemflits. Later hoor je de donder. Welke bewering is juist?
A
De geluidssnelheid is even groot als de snelheid van het licht.
B
De geluidssnelheid is groter dan de snelheid van het licht.
C
De geluidssnelheid is kleiner dan de snelheid van het licht.
Slide 4 - Quiz
Als geluidsgolven het oor bereiken, dan zal het trommelvlies gaan trillen. Wat gebeurt er met het trommelvlies als de luchtdruk bij A groter is dan bij B?
A
Het trommelvlies beweegt naar buiten (richting A).
B
Het trommelvlies beweegt naar binnen (richting B).
C
Het trommelvlies blijft op zijn plaats.
Slide 5 - Quiz
Voordat je een geluid hoort, moeten er een aantal stappen achter elkaar plaatsvinden. Zet de volgende stappen in de juist volgorde (bovenaan is stap 1).
De hersenen ontvangen het signaal.
Een geluidsbron produceert een geluid.
Je trommelvlies gaat trillen.
Je bent je bewust van het geluid: je hoort het geluid.
De luchtdruk buiten je oor verandert.
Zintuigcellen nemen de beweging waar.
Slide 6 - Drag question
Eva wilt op haar gitaar een lage toon spelen met twee snaren. Hiervoor maakt zij twee keuzes. Keuze 1: Eva kiest voor de dunste snaar op de gitaar. Keuze 2: Eva kiest voor de snaar met de laagste spanning. Welke keuze(s) zijn juist en zorgen dus voor een lage toon?
A
Keuze 1
B
Keuze 2
C
Keuze 1 en 2
D
Geen van beiden
Slide 7 - Quiz
Kees heeft twee snaren, een lange en een kortere. Hij wilt een zo hoog mogelijke toon maken. Welke snaar moet Kees pakken?
A
De lange snaar
B
De korte snaar
C
Maakt niet uit
Slide 8 - Quiz
Een geluidstechnicus meet bij een gitaar gedurende vijf seconden 2200 trillingen. Welke frequentie heeft de gitaar?
A
11000 Hz
B
450 Hz
C
440 Hz
D
4400 Hz
Slide 9 - Quiz
Hoeveel Hz is een frequentie van 440kHz
A
440000 Hz
B
0,440Hz
C
440 Hz
D
4400 Hz
Slide 10 - Quiz
Hoeveel kHz is een frequentie van 3 Hz
A
3 kHz
B
0,03kHz
C
0,3 kHz
D
0,003 kHz
Slide 11 - Quiz
Hiernaast zijn 4 trillingen weergegeven. Welke schermen geven de laagste geluidssterkte aan?
A
A en D
B
B en C
C
A en B
D
C en D
Slide 12 - Quiz
Een woonwijk langs een snelweg heeft geklaagd over geluidsoverlast. De gemeente gaat dit aanpakken en komt met 4 mogelijke oplossingen. Welk of welke oplossing(en) is/zijn een oplossing die in de tussenstof geplaatst wordt. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
Geluidsarm asfalt
B
Huizen geluidsdicht isoleren
C
Geluidsarme banden monteren
D
Geluidsschermen plaatsen
Slide 13 - Quiz
Wat is de (gemiddelde) snelheid van geluid door lucht?
A
340 m/s
B
340 km/s
C
300 m/s
D
300 km/s
Slide 14 - Quiz
Wat is het frequentiebereik van het menselijk gehoor?
A
20 Hz tot 20000 Hz
B
100 Hz tot 10000 Hz
C
20 Hz tot 200000 Hz
D
20 Hz tot 2000 Hz
Slide 15 - Quiz
Sjors roept zijn naam in een 42 m diepe put. De snelheid van geluid in lucht is 336 m/s. Bereken na hoeveel tijd Sjors de echo van zijn naam hoort.
Slide 16 - Open question
En heimachine slaat een paal de grond in voor een fundering van een huis. De geluidssnelheid is 340 m/s. Het geluid doet er 2,5 seconden over om bij jou te komen. Wat is de afstand tussen jou en de heimachine?