Zorgvrager met ASS

Begeleiden en ondersteunen
Leven met ASS
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Begeleiden en ondersteunen
Leven met ASS

Slide 1 - Slide

Anders II
Ik weet het wel, ik voel het toch:
al doe je nog zo aardig
in wezen vind je mij maar eng
of minstens eigenaardig

Geloof me nou, ik doe mijn best
maar ben niet zo slagvaardig
en voel de dingen anders aan;
dat lijkt wel eens merkwaardig.

Maar dat besef van anders zijn 
kan soms behoorlijk schrijnen
ik kan het niet op jouw manier-
doe jij het op de mijne?  
Bauke van Kesteren (2008). Dit land, waarin ik niet geboren ben. Sneek: Trivium Uitgeverij.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je benoemt de kenmerken van ASS.
  • Je benoemt de sterkte punten van mensen met ASS.
  • Je benoemt welke algemene begeleidingslijnen je hanteert.

Slide 3 - Slide

'Kruip in de huid van'
Schrijf gedurende de les op wat een zorgvrager met autisme ervaart en hoe jij deze zorgvrager het beste kan begeleiden hierin. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

Portret van een mens met ASS
Je gaat samen met een medestudent een portret maken van een zorgvrager met ASS. Je mag hiervoor de knutselkar met benodigdheden gebruiken of op de computer een document maken. 

Je werkt hierbij aan de volgende twee lesdoelen:
  • Je benoemt de kenmerken van ASS.
  • Je benoemt de sterkte punten van mensen met ASS.

Slide 7 - Slide

De mens met ASS
Autisme Spectrum Stoornis (ASS):
  • Klassiek autisme
  • Asperger
  • PDD-NOS.


Informatieverwerking in de hersenen werkt op een andere manier. 

De meeste mensen met autisme hebben een normale tot hoge intelligentie. Naar schatting heeft 30% een verstandelijke beperking.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De mens met ASS
  • Ze hebben een goed oog voor detail;
  • Ze zijn eerlijk;
  • Recht door zee;
  • Analytisch 
  • Hardwerkend.


Ze hebben moeite met overzicht houden en sociale contacten. Ze hebben een opvallend beperkt aantal interesses of activiteiten. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

DSM V
Autisme Spectrum Stoornis

DSM-criteria onder andere:
- problemen op het gebied van sociale communicatie en sociale interactie;
- beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten;
- over- of ondergevoeligheid voor zintuigelijke prikkels. 

Slide 12 - Slide

Behandelingen
  • Psycho-educatie
  • Cognitieve gedragstherapie


Medicatie

Slide 13 - Slide

Begeleiding
  • Vaste routines
  • Begrijpelijk communiceren 
  • Continuïteit in het dagprogramma



Zeg wat je doet, en doe wat je zegt
Zo ben je betrouwbaar en voorspelbaar

Slide 14 - Slide

Tips
  • Maak gebruik van concrete, letterlijke en volledige communicatie.
  • Praat rustig en duidelijk.
  • Maak gebruik van duidelijke instructies, een planning of een schema.
  • Probeer humor (en in het bijzonder sarcasme) te vermijden.
  • Als je iets hebt uitgelegd dan is het zinvol om na te gaan of het begrepen is. 
  • Probeer fysiek contact (en soms ook oogcontact) te vermijden.
  • Anticipeer op de veranderingen in de omgeving van iemand met autisme. 

Slide 15 - Slide

'Kruip in de huid van' (afronding)

Slide 16 - Open question

Terugblik op deze les

Slide 17 - Slide