§1.1 Landschappen in soorten en maten

 Planning
11:30-11:35 binnenkomst
11:35-12:05 toets toetsweek nabespreken
12:05-12:15 introductie nieuw hoofdstuk
12:15-12:45 maken blz 10 t/m 13
12:45-12:55 afsluiten


1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Planning
11:30-11:35 binnenkomst
11:35-12:05 toets toetsweek nabespreken
12:05-12:15 introductie nieuw hoofdstuk
12:15-12:45 maken blz 10 t/m 13
12:45-12:55 afsluiten


Slide 1 - Slide

§1.1 Landschappen in soorten en maten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kent de verschillen tussen een natuur- en ingerichtlandschap en tussen een jong en een oud gebergte.
Je begrijpt hoe bergen en laagvlakten ontstaan.
Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of laagvlakte is.

Slide 3 - Slide

Landschappen

Slide 4 - Mind map

Ingericht landschap
Natuurlandschap
Verschillende soorten landschappen op aarde
"Het landschap dat is ingericht door de mens. Denk bijv. aan huizen, wegen, enzovoort."
"Een landschap dat niet is bewerkt door de mens. Bijv. berggebieden, woestijnen, laagvlakten, enzovoort."

Slide 5 - Slide

Gebergten

Slide 6 - Mind map

Ontstaan van gebergten
Gebergten ontstaan doordat twee aardplaten tegen elkaar aan botsen.

Slide 7 - Slide

     Aardkorst

  • bestaat uit aardplaten
  • aardplaten zijn in beweging door magma 
  • als aardplaten botsen ontstaan bergen. Dit gebeurt alleen op plaatranden.

Slide 8 - Slide

Aardplaten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De Alpen

Slide 11 - Slide

Ardennen

Slide 12 - Slide

Pyreneeën 

Slide 13 - Slide

Oud gebergte
Jong gebergte
Soorten gebergten
"Een middelgebergte of heuvelland met weinig reliëf (hoogteverschillen). Je herkent dit gebergte aan hun ronde bergtoppen."
"Een hooggebergte met veel reliëf (hoogteverschillen). Je herkent dit gebergte aan hun spitse bergtoppen en diepe dalen."

Slide 14 - Slide

Jong gebergte
  • Spitse toppen.
  • Eeuwige sneeuw.
  • Diepe dalen.
  • Hooggebergten.

Slide 15 - Slide

Oud gebergte
  • Afgesleten toppen.
  • Laag gebergte.
  • Begroeiing.
  • Flauwe dalen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Laagvlakte
Een gebied dat lager dan 200 meter hoog ligt.
In de laagvlakte legt de rivier veel grind, zand en klei neer.
Hooggebergte
Hier wordt de rivier 'geboren', ofwel: hier ontsprint de rivier.
Laagvlakten

Slide 18 - Slide

1

Slide 19 - Video

01:36
Leg uit waarom er in Nederland geen bergen zijn

Slide 20 - Open question