H1.1 Landschappen

H1.1 Landschappen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

H1.1 Landschappen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
1. De verschillen tussen een jong en een oud gebergte.
2. Hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.
3. Herkent een laagvlakte, heuvelland, middelgebergte en hooggebergte.

Slide 2 - Slide

Bij landschappen denken mensen aan verschillende dingen. Maar ook steden en het platteland zijn voorbeelden van landschappen.

Slide 3 - Slide

Kenmerken van landschappen
Bij landschappen kijk je naar het uiterlijk van een gebied.
Welke vragen kun je stellen als je landschappen wilt indelen?

Is het landschap door mensen ingericht?
Waardoor werd het landschap gevormd?
Welke grondsoort en welk gesteente zit er in de bodem?
Is er veel verschil in hoogte?

Slide 4 - Slide

Welke kenmerken heeft het landschap op de foto?

Het ligt lager dan 200 meter: het is een laagvlakte.
 
Het is een vlak gebied met weinig hoogteverschillen of reliëf.

Rivieren hebben verschillende grondsoorten over het land verspreid.

Slide 5 - Slide

Hoog, hoger, hoogst
Gebieden lager dan 200 meter noemen we: laagvlakte
Gebieden met hoogtes tussen de 200 en 500 meter noemen we:
heuvelland
Tussen de 500 en 1500 meter hoog heet het een: middelgebergte
Gebergten hoger dan 1500 meter noemen we een: hooggebergte


Slide 6 - Slide

hoe ontstaat een gebergte?
Aardplaten bewegen, botsen en duwen elkaar omhoog waardoor een gebied hoger wordt en er bergen ontstaan.


Platentektoniek

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Oud gebergte: De Appalachen
Botsing van platen was heel lang geleden.

toppen zijn miljoenen jaren lang afgesleten door weer en wind.
Minder scherp en niet heel hoog.

De dalen zijn niet zo diep.



Slide 9 - Slide

Jong gebergte als de Alpen

Botsing van platen was minder lang geleden.

Er is weinig gesteente weggesleten.
Hoge spitse toppen en steile, diepe dalen



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat heb je geleerd?
1. Je kent de verschillen tussen een jong en een oud gebergte.
 
2. Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.

3. Je kunt laagvlakte, heuvelland, middelgebergte en hooggebergte herkennen.

Slide 12 - Slide

Maken: opdracht 1 t/m 6  op blz. 14 t/m 19 

Slide 13 - Slide