H2 Brugklas 1 hv 2023 D regelmatige ww -er 18 december en DeAAP werkwoorden
Chapitre 2
Miam miam!
C'est lundi 18 décembre
Il est nuageux aujourd'hui.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 31 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Chapitre 2
Miam miam!
C'est lundi 18 décembre
Il est nuageux aujourd'hui.
Slide 1 - Slide
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Il fait beau Il fait mauvais
Il fait chaud Il fait froid
Il fait du soleil Il pleut
Il neige
Il fait du vent Il est nuageux
Slide 2 - Slide
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Il y a du brouillard Il gèle et il dégèle
Il a y de l'orage
Slide 3 - Slide
Sur la table....
* TES LIVRES:
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)
* TON CAHIER
* TA TROUSSE
* TON ORDINATEUR
Slide 4 - Slide
Planning d'aujourd'hui
* Sujet(s) et but(s)
* Parler français: C
* C parler
* D uitleg en maken
Leren voor morgen: alle 15 werkwoorden met vertaling
Slide 5 - Slide
Chapitre 2
Les sujets de chapitre 2: La nourriture le repas manger.
l'entrée le plat principal le dessert
le petit déjeuner, le déjeuner et le diner.
Bienvenue à Saint-Tropez: Maxime et Lucie mangent une glace.
Au restaurant
Les buts:
Het regelmatige werkwoord eindigend op -er en de ontkenning.
Slide 6 - Slide
Attention!
Détester= een hekel hebben aan, haten.
Adorer = dol zijn op.
Préférer= liever hebben, de voorkeur geven aan.
Slide 7 - Slide
Attention!
Détester Aimer Adorer Préférer: Dit zijn werkwoorden van emotie.
Na het gebruik van deze werkwoorden komt altijd een bepaald lidwoord: le la l' les
Elle déteste le chocolat.
Et toi, tu aimes les frites? Oui, j'adore les frites.
Et tu préfères la pizza? Non, je préfère la salade.
Slide 8 - Slide
Parler français!
Slide 9 - Slide
La nourriture: Questions
Zin 1: Tu aimes le poisson?
Zin 2: Tu préfères le poulet?
Zin 3: Tu détestes la viande?
La nourriture: Réponses
Zin 1: Oui, j'aime le poisson.
Zin 2: Non, je préfère la salade.
Zin 3: Oui, je déteste la viande.
Slide 10 - Slide
Au restaurant: Questions
*Bonjour.
* Monsieur, La carte s'il vous plait.
* Comme entrée, je prends la salade.
* Comme plat principal, je prends l'entrecôte.
* Comme dessert, je prends une glace.
Au restaurant: Réponses
* Bonjour.
* Voilà.
* Et comme plat principal?
* Et comme dessert?
* D'accord, très bien. Merci.
Slide 11 - Slide
Au restaurant: Questions
*Bonjour.
* Madame, la carte s'il vous plait.
* Comme boisson, je prends un thé.
* Comme entrée, je prends la soupe.
* Comme plat principal, je prends une quiche de la région.
* Comme dessert, je prends une mousse au chocolat.
* Madame, l'additon s'il vous plait.
* Merci et au revoir.
Au restaurant: Réponses
* Bonjour.
* Et comme plat principal?
* Et comme entrée?
* Et comme plat principal?
* Et comme dessert?
* D'accord, très bien. Merci.
* Et comme plat principal?
* De rien et au revoir.
Slide 12 - Slide
La nourriture: Questions
* Moi, j'adore le coca et le chocolat.
Et toi?
La nourriture: Réponses
* Moi, j'adore ..............
Slide 13 - Slide
Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 72 Grammaire D
Faire:
Exercices: 16 17 18 19
Slide 14 - Slide
Regelmatige werkwoorden eindigend op -er
Deze "verbes réguliers" hebben we allemaal gevonden:
préférer manger regarder
détester préparer aimer
adorer aider acheter
arriver chercher demander
téléphoner trouver donner
Slide 15 - Slide
Regelmatige werkwoorden eindigend op -er
Deze werkwoorden worden allemaal op de zelfde manier vervoegd.
Laten wij nog eens gaan kijken op blz. 72 hoe dat eruit ziet.
Slide 16 - Slide
Filmpje
Regarde l'explication
Slide 17 - Slide
Hakken en plakken
1 Neem het hele werkwoord.
2 Maak de stam: hak de twee laatste letters weg.
3 Check wat het onderwerp is.
4 Plak de juiste uitgang erachter.
Slide 18 - Slide
Regelmatige werkwoorden eindigend op -er
Wij gaan ze vervoegen met een stappenplan
Stap 1: neem het hele werkwoord : demander
Stap 2: maak de stam, dus hak "-er" eraf: demand
Stap 3: plak de juiste uitgang erachter: je = e
tu = es
il/elle/on = e
nous = ons
vous = ez
ils/elles = ent
Slide 19 - Slide
un example
Slide 20 - Slide
Hakken en plakken
1. Kijken = regarder
2. regarder - er stam: regard
3. onderwerp: tu
4. regard + uitgang wordt regardes
Tu regardes
Slide 21 - Slide
Hakken en plakken
1. vragen = demander
2. demander - er stam: demand
3. onderwerp: nous
4. demand + uitgang: regardons
Nous demandons
Slide 22 - Slide
Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 72 Grammaire D
Faire:
Exercices: 16 17 18 19
Slide 23 - Slide
Les devoirs
Leren D
1. Leer de 15 werkwoorden uit de woordenlijst Fr-Nl en Nl-Fr
2. Leer de vertaling van deze werkwoorden.
3. Leer het stappenplan hoe je deze werkwoorden moet vervoegen.
Slide 24 - Slide
In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......
Slide 25 - Mind map
La fin du cours. À la prochaine!
Slide 26 - Slide
Instruction
Wat : Maken van "intro" op blz. 6: opdracht 1b,2 en 3
Hoe : Zorg dat je de vragen goed leest! Je werkt IN JE BOEK!
Wie : Overleg in tweetallen
Tijd : 10 minuten
Klaar : Starten met leren Apprendre 1:
Schrijf de woordjes voluit achterin je schrift.
Slide 27 - Slide
ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken
Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.
Slide 28 - Slide
Les devoirs
Leren vocabulaire A: blz. 39 Fr-Nl en Nl-Fr
Slide 29 - Slide
Ben je klaar!
Wij gaan zo weer een bingo spelen.
Maak een kader van 9 vakjes.
Zet er random 9 woordjes en zinnetjes in van:
apprendre 4 en apprendre 7 (zin 5 t/m 8)
Slide 30 - Slide
Bingo
