Breuken - begrip/vereenvoudigen/helen eruit

Hoe noem je 5 in de breuk?
52
A
teller
B
weet ik niet
C
noemer
D
vijf
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe noem je 5 in de breuk?
52
A
teller
B
weet ik niet
C
noemer
D
vijf

Slide 1 - Quiz

Hoe noem je 2 in de breuk?
52
A
teller
B
weet ik niet
C
noemer
D
twee

Slide 2 - Quiz

Hoe noem je - in de breuk?
52
A
streep
B
weet ik niet
C
breukstreep
D
min

Slide 3 - Quiz

Weet je wat de breukstreep betekent?
52
A
min
B
weet ik niet
C
breukstreep
D
Delen door

Slide 4 - Quiz

Vereenvoudig de breuk
105=
A
105
B
21
C
32
D
2

Slide 5 - Quiz

Vereenvoudig de breuk
10020=
A
51
B
102
C
32
D
10020

Slide 6 - Quiz

Vereenvoudig de breuk
128=
A
64
B
102
C
128
D
32

Slide 7 - Quiz

Vereenvoudig de breuk
9035=
A
9035
B
102
C
128
D
187

Slide 8 - Quiz

Helen uit de breuk halen
421=
A
541
B
17
C
5
D
41

Slide 9 - Quiz

Helen uit de breuk halen
623=
A
561
B
365
C
4
D
363=321

Slide 10 - Quiz

Helen uit de breuk halen
732=
A
571
B
375
C
4
D
474

Slide 11 - Quiz

Helen uit de breuk halen
621=
A
561
B
365
C
363=321
D
474

Slide 12 - Quiz