This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tekst 2
Slide 1 - Slide
Lees tekst 2 De wet is al aangenomen door de koning.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Lees tekst 2. De wet wordt namens een minister ingediend.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Lees tekst 2. De wet wordt aangenomen als er minstens 38 Eerste Kamerleden vóór stemmen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Tekst 3
Slide 5 - Slide
In tekst 3 staat dat de wet zorgvuldig uitgevoerd moet worden. Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe wet uit tekst 3?
A
de fractie van D66
B
Hoge Raad
C
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D
voorzitter van de Eerste Kamer
Slide 6 - Quiz
Tekst 4
Slide 7 - Slide
Lees tekst 4. Welke woorden moeten op nr 1 en 2 komen te staan?
A
1. Kabinet
2. Ministers
B
1. Staatssecretaris
2. Burgemeester
C
1. Commisaris van de Koning
2. College van B en W
D
1. het college van Gedeputeerde Staten
2. College van B en W
Slide 8 - Quiz
Tekst 5
Slide 9 - Slide
Lees tekst 5. Welke instantie heeft het wetsvoorstel uit tekst 5 wel aangenomen?
A
Hoge Raad
B
Tweede Kamer
C
Kabinet
D
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Slide 10 - Quiz
Het parlement controleert de regering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
De regering dient moties in om wetten te kunnen wijzigen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Het kabinet kan een Tweede Kamerlid dwingen af te treden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
13. De regering bestuurt het land.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Afbeelding 1
Slide 15 - Slide
14. Bekijk afbeelding 1.De nieuwe ploeg van minister-president Rutte is bekend. Ministers en staatssecretarissen zijn door de koning beëdigd. Welke personen staan op de foto op afbeelding 1?
A
de fractievoorzitters van de Eerste en Tweede Kamer
B
de leden van de nieuwe regering
C
de leden van het nieuwe kabinet
D
de nieuw gekozen Tweede Kamerleden
Slide 16 - Quiz
21. Het Parlement bestaat uit...
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
Slide 17 - Quiz
22. Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150
Slide 18 - Quiz
23. Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250
Slide 19 - Quiz
De Tweede Kamer heeft twee taken: de controlerende en de wetgevende. Geef aan bij welke taak van de Tweede Kamer elk recht hoort.
Controlerende taak
Wetgevende taak
Recht van initiatief
Recht van interpellatie
Recht van amendement
Recht van enquete
Slide 20 - Drag question
Koning
Burgemeester
Parlement
Commissaris van de Koningin
college van burgemeester en wethouders
Provinciale Staten
kabinet
Slide 21 - Drag question
26 Hoeveel zetels moet je hebben voor een meerderheid van de Tweede Kamer?