2.2 DNA en specialisatie van cellen part 2 eiwitsynthese

2.2 DNA en specialisatie van cellen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.2 DNA en specialisatie van cellen

Slide 1 - Slide

Celkern
Endoplasmatisch reticulum
Ribosoom
Mitochondrium
Celmembraan
Golgisysteem

Slide 2 - Drag question

Endoplasmatisch Recticulum
Golgisysteem
Celkern
Ribosomen
van RNA naar eiwit
van DNA naar RNA
Eiwittransport
Geeft het eiwit vorm

Slide 3 - Drag question

Welke basen worden in het dubbelstrengs DNA aan elkaar gekoppeld?
Thymine
Cytosine
Adenine
Guanine

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Complementaire streng
Coderende streng:
G A G G C A T C C C C T T A G T C A G T
Matrijs streng:

Slide 6 - Slide

Eiwit
Een eiwit is een belangrijke 
bouwstof voor het lichaam 

Een eiwit kun je zien als een 
kralenketting bestaande uit 
verschillende aminozuren
(in totaal 20 aminozuren in dierlijke cellen)

Slide 7 - Slide

Hoe worden eiwitten gemaakt van DNA?

1. Transcriptie in de celkern (DNA → mRNA)

2. Translatie in het ribosoom (mRNA → eiwit)

Slide 8 - Slide

Uracil (U) in plaats van Thymine (T)


Slide 9 - Slide






Van matrijs DNA naar mRNA:
T -> A
A -> U
C -> G
G -> C





Transcriptie van links naar rechts op de matrijsstreng 

Uracil (U) in plaats 
van Thymine (T)



Slide 10 - Slide



Codon of triplet = drietal basen die voor een aminozuur coderen (bouwsteen van een eiwit) 

Slide 11 - Slide

Binas 71G
Codon of triplet = drietal basen die voor een aminozuur coderen (bouwsteen van een eiwit) 

- AUG = Met (start)
- UAA, UAG en UGA = géén aminozuur (stop)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

GGCATCTACGGTGACTGATTAATTGCGT
Geef de RNA-streng en bijbehorende aminozuren

Slide 15 - Open question

GGCATCTACGGTGACTGATTAATTGCGT
In het DNA-molecuul verdwijnt de 5de T. Wat voor gevolgen heeft dat voor de translatie?

Slide 16 - Open question

Binas 71G
Een deel van een eiwit bestaat uit de aminozuren methionine, tyrosine en serine. Hoeveel verschillende RNA-moleculen kunnen coderen voor dit deel van het eiwit?

Slide 17 - Open question