H10, leerdoel 4

Telefoon niet nodig deze les.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoon niet nodig deze les.

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 10


Invoegen plattegrond op niveau

Slide 2 - Slide

Opgave samen bespreken

Slide 3 - Slide

Variabele onderverdelen!
Variabele kwalitatief of kwantitatief?
Nominaal
Ordinaal
Discreet
Continu

Slide 4 - Slide

Opgave samen maken

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Leerdoel 4:
Ik kan verschillen kwantificeren bij ordinale en kwantitatieve variabelen.


Verschillen bepalen, hier hebben we 3 manieren voor:
- Maximale verschil in cumulatieve percentage  (max. Vcp)
- Effectgrootte 
- Twee boxplots vergelijken







Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
- Maximale verschil in cumulatieve percentage  (max. Vcp)
- Effectgrootte 
- Twee boxplots vergelijken

Hierbij moet er gekeken worden welke gegevens je hebt om te kijken welke methode mogelijk is.







Slide 7 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Maximale verschil in cumulatieve percentage  (max. Vcp)

Cumulatieve percentage. Denk terug aan de relatieve cumulatieve frequentie polygoon. 
Percentages steeds bij elkaar op tellen. Dat doe je bij 
deze methode ook. Daarbij kijk je wanneer deze
percentages het meeste verschillen.






Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Maximale verschil in cumulatieve percentage  (max. Vcp)








Slide 9 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Maximale verschil in cumulatieve percentage  (max. Vcp)
Max Vcp is 30,1% dus .....  






Wat heb je nu bepaald?








Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Effectgrootte 




In de uitleg staat het gemiddelde en de 
standaardafwijking berekend kan worden.
Dit kan, maar in de sets en examen zijn deze
gegeven.








Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Effectgrootte 










Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2B
Twee boxplots vergelijken





Het verschil is ....



Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2A+B
Leerdoel 3:
Ik kan verschillen kwantificeren bij nominale variabelen.

Leerdoel 4:
Ik kan verschillen kwantificeren bij ordinale en kwantitatieve variabelen.

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 10, 10.2A+B
Verschillen bepalen bij nominale variabele(dus geen volgorde):
- Het percentage verschil (PV)
- De odds-ratio (OR)
- De phi-coëffiënt (phi)

Verschillen bepalen bij ordinale en kwantitatieve variabele :
- Maximale verschil in cumulatieve percentage (max. Vcp)
- Effectgrootte
- Twee boxplots vergelijken






Voorkeur: gebruik phi, andere 2 moet je wel kunnen gebruiken.
Aan de gegeven gegevens moet je kunnen zien welke methode je moet gebruiken.

Slide 15 - Slide

Aantekening leerdoel 4 theorie 10.2B
Verschillende bij ordinale of kwantitatieve variabele kun je kwantificeren met de max. Vcp, effectgrootte of boxplots vergelijken.
Kijk naar de gegevens die bij de opgave staan en gebruik de juiste methode. (zie formuleblad)


Hier gaan we vooral volgende  week naar kijken.

Slide 16 - Slide

Opgave samen maken
Wat zegt dit nu?
Werkblad uitdelen en tekenen op volgende sheet

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Eerst 5 minuten in stilte werken, snap je iets niet kijk terug naar de aantekening, voorbeeld opgave en je boek.
timer
5:00
In paragraaf 3 en 4 oefenen we hier nog meer mee.

Slide 19 - Slide