Week 50

Les 1:
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 1:

Slide 1 - Slide

Today's lesson

1. Watch Newsround!
2. Adjectives and adverbs
3. Oefenprogramma Engels
4. Weektask 49 
5. Work to do!







Today's Lesson

Slide 2 - Slide

Les 2:

Slide 3 - Slide

Today's lesson

1. Reading!
2. Grammar: Present Perfect   
    vs. Past Simple
3. Practise makes perfect!
4. Check weektask 49
5. Watch Newround.
6. Work to do!







Today's Lesson

Slide 4 - Slide

Present perfect vs past simple
Present perfect
Past simple
have/has + 

voltooid deelwoord 
- ww + (e)d (regelmatig ww)
- 3e rijtje (onregelmatig ww)
werkwoord + (e)d (regelmatig ww)
of 2e rijtje (onregelmatig ww)
- acties die zijn begonnen in het verleden die nu nog doorlopen/waar je nu nog resultaat van merkt.

- ervaring zonder specifieke tijd.
- afgelopen acties in het verleden.
signaalwoorden: 
for, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since
(FYNE JAS)
signaalwoorden: 
yesterday, last week, three days ago, in 2010, etc. 

Slide 5 - Slide

Let's practise!

Slide 6 - Slide

Let's practise! 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vul de juiste tijd in (past simple of present perfect)
1. She ___ (already/see) that movie twice.
2. Yesterday, we ___ (go) to the park and had a picnic.
3. I ___ (never/be) to Japan.
4. He ___ (finish) his homework last night before dinner.
5. They ___ (move) to Amsterdam in 2010.
6. I ___ (just/hear) the good news!
7. Last week, she ___ (buy) a new phone.
8. We ___ (know) each other since we were children.
9. Did you ___ (meet) her at the party yesterday?
10. I ___ (work) for this company for three years.

Slide 9 - Slide

Antwoorden:

1. She has already seen that movie twice. (Present Perfect, omdat het effect van het verleden op het heden belangrijk is: ze heeft de film al twee keer gezien.)
2. Yesterday, we went to the park and had a picnic. (Past Simple, omdat de gebeurtenis volledig in het verleden ligt en er een specifieke tijdsaanduiding is: gisteren.)
3. I have never been to Japan. (Present Perfect, omdat het om een ervaring gaat zonder specifieke tijd.)
4. He finished his homework last night before dinner. (Past Simple, omdat er een duidelijke tijdsaanduiding is: last night.)
5. They moved to Amsterdam in 2010. (Past Simple, omdat de gebeurtenis volledig in het verleden ligt en een specifieke tijdsaanduiding heeft: in 2010.) 






Slide 10 - Slide

6. I have just heard the good news! (Present Perfect, omdat het effect op het heden belangrijk is: het nieuws is net gehoord.)
7. Last week, she bought a new phone. (Past Simple, omdat er een specifieke tijdsaanduiding is: last week.)
8. We have known each other since we were children. (Present Perfect, omdat de situatie begon in het verleden en doorloopt in het heden.)
9. Did you meet her at the party yesterday? (Past Simple, omdat de gebeurtenis volledig in het verleden ligt en er een specifieke tijdsaanduiding is: yesterday.)
10. I have worked for this company for three years. (Present Perfect, omdat het gaat om een situatie die begon in het verleden en doorloopt in het heden.)

Slide 11 - Slide

Practise makes (present) perfect! 
Please do ex. 53AB (p. 165)

Slide 12 - Slide

Les 3

Slide 13 - Slide

Today's lesson

1. Reading!
2. Would you like to hear a bad joke?
3. Study your 21 irregular verbs!
4. Irregular verbs song!
5. Blooket (irregular verbs)
6. Work to do!







Today's Lesson

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Time to study!
timer
8:00

Slide 20 - Slide