This lesson contains 18 slides, with text slides.
Chronologisch verband
(volgorde van tijd)
voordat, nadat, eerst,
daarna, vroeger, toen, later etc.
Deze signaalwoorden geven een tijdsvolgorde aan.
ook, verder, bovendien, en, maar ook, ten eerste, als laatste etc.
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds-anderzijds, toch, hoewel, etc.