Quiz Microscopie

Quizzzz microscopie! 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Quizzzz microscopie! 

Slide 1 - Slide

Dana bekijkt een cel onder de microscoop. Op het oculair staat 5x en op het objectief 4. Wat is de totale vergroting waarbij Dana naar de cel kijkt?

Slide 2 - Open question

Hoe heet het onderdeel van de microscoop:
Een draaibare schijf waaraan de objectieven zitten.
A
Oculair
B
Revolver
C
Kiesschijf
D
Diafragma

Slide 3 - Quiz

Hoe heet het onderdeel van de microscoop:
Op deze plek houd je de microscoop vast als je hem optilt.
A
Statief
B
Tubus
C
Rug
D
Klem

Slide 4 - Quiz

Wat doe je met een objectglas?
A
Daar haal je een voorwerp van af om te bekijken.
B
Daar leg je het voorwerp op wat je wilt gaan bekijken.
C
Het objectglas is het gaatje in de tafel van de microscoop.
D
Het objectglas leg je over het voorwerp heen.

Slide 5 - Quiz

Zet de stappen van microscopie op de juiste volgorde. 1 is de start, 3 is het einde.
Plaats het preparaat op de tafel.
Gebruik de kleine schroef
Draai de tafel omhoog

Slide 6 - Drag question

Objectief
Oculair
Diafragma
Sleep de uitleg achter het juiste onderdeel
Een van de onderste lenzen aan een microscoop
Bovenste lens op een microscoop
Hiermee regel je de hoeveelheid licht door de tafel

Slide 7 - Drag question

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief

Slide 8 - Drag question

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveel licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 9 - Quiz

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x

Slide 10 - Quiz


Voordat je met de microscoop gaat werken, controleer je altijd eerst de beginstand. Wat is de beginstand van de microscoop?
A
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
B
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.
C
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
D
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.

Slide 11 - Quiz

Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht te regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 13 - Quiz

Wat mag je ABSOLUUT NIET doen wanneer de microscoop op een grote vergroting staat?
A
Aan de grote schroef draaien
B
Door de microscoop heen kijken
C
Een preparaat maken
D
Een tekening maken

Slide 14 - Quiz

Het voorwerp dat je met een microscoop wilt bekijken noemen we een:
A
Preparaat
B
Objectglaasje
C
Dekglaasje
D
Objectief

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het grote glaasje? Hoe heet het kleine glaasje?
A
Groot = Objectglas Klein = Preparaatglaasje
B
Groot = Preparaatglas Klein = Objectglaasje
C
Groot = Objectglas Klein = Dekglaasje
D
Groot = Dekglas Klein = Objectglaasje

Slide 16 - Quiz

Waarom is het belangrijk om het dekglaasje zo schuin en langzaam op het voorwerpglas te laten zakken?
A
Dan gaat het glas niet stuk
B
Zo zie je het voorwerp beter
C
Zo komen er geen luchtbellen
D
Dan doe je jezelf minder snel pijn

Slide 17 - Quiz

Een preparaat moet dun zijn, waarom?
A
Anders past het dekglaasje niet
B
Anders zie je teveel cellen tegelijk
C
Het licht moet er doorheen kunnen vallen
D
Anders kun je de objectieven er niet boven draaien

Slide 18 - Quiz

In welke volgorde ruim je de microscoop op? Zet ze in de juiste volgorde.
  1. .
  2. .
  3. .
  4. .
  5. .
revolver draaien tot het kleinste objectief
preparaat weghalen
lampje uit
tafel omlaag draaien
microscoop oppaken en wegbrengen

Slide 19 - Drag question

Benoem de onderdelen van een microscoop van nummer 1 t/m 6.
(7 t/m 11 dus niet)

Slide 20 - Open question

Statief
Oculair
Preparaat
Hieraan pak je de microscoop vast
Bovenste lens
op een microscoop waar je door kijkt
twee glasplaatjes waartussen iets ligt dat je wilt bekijken

Slide 21 - Drag question

In de afbeelding hieronder zie je plantaardige cellen
A
ja dat weet ik zeker
B
dat kan, maar het kunnen ook schimmelcellen zijn
C
dat weet ik niet zeker want ik zie geen celkernen
D
zeker niet, want er is geen vacuole te zien

Slide 22 - Quiz

Zitten om wangslijmvliescellen celwanden?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Dierlijke cellen
Plantaardige cellen
Celkern
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Chloroplast
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 24 - Drag question