This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Uitleg leestekens plaatsen
Maken opdr. 1 t/m 6
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Toen ik om zeven uur in de ochtend aankwam was er nog niemand aanwezig dus ik ben maar het magazijn gaan aanvegen toen kwam mijn stagebegeleider hij zei wat ben jij vroeg zou je alvast de planning willen bekijken dat ben ik toen gaan doen.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Waar plaats je de komma?
Lees de tekst en plaats komma's waar nodig
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Dubbele punt (:)
De dubbele punt wordt gebruikt om iets aan te kondigen, uit te leggen of iets op te sommen.
Ik kocht drie dingen: een boek, een pen en een schrift. (opsomming)
Hij zei: "Ik kom morgen even langs." (citaat)
Er is één ding duidelijk: we moeten meer samenwerken. (uitleg/toelichting)
Slide 9 - Slide
Puntkomma (;)
Hoofdzinnen die nauw met elkaar verbonden zijn worden vaak gescheiden door een puntkomma.
Voorbeelden:
Ik heb weinig tijd; ik moet nog veel doen.
Je kunt nu vertrekken; later wordt het moeilijker.
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Maak van Taalverzorging 3.2 (1/tm 6)
Slide 11 - Slide
Taalverzorging 3.2 B
Slide 12 - Slide
Lesplanning
Welke tekens plaats je bij woorden?
Opdr. 7 t/m 13 maken
Slide 13 - Slide
S'avonds ga ik naar het cafe voor twee drankje's. Dan loop ik naar de taxis, die aan de voor en achterzijde van de markt staan.
Slide 14 - Open question
Individuele opdracht
Bedenk individueel minimaal 4 meerkeuzevragen over tekens bij woorden. Elke vraag moet gaan over één van de volgende onderwerpen: apostrof, trema, accent en weglatingsstreepje
Noteer de vragen en antwoorden in een Word-bestand
Tip: raadpleeg de theorie in de methode Nu Nederlands.
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Groepsopdracht
Voeg jullie bedachte vragen samen in een Kahoot!
Je werkt in groepjes van 3 personen
Ik kies één of een paar groepje(s) die de Kahoot! met de klas gaat doen.