Test formatif - Le passé composé

Le passé composé 
Wat was dat ook alweer in het Nederlands?
Voorbeeld: Ik heb gefietst.


Heb = je hulpwerkwoord
gefietst = je voltooid deelwoord 

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Le passé composé 
Wat was dat ook alweer in het Nederlands?
Voorbeeld: Ik heb gefietst.


Heb = je hulpwerkwoord
gefietst = je voltooid deelwoord 

Slide 1 - Slide

Hoe zet ik het in het Frans

onderwerp - vervoeging van avoir - werkwoord - ER + É

Voorbeeld: Wij hebben gegeten
Nous avons mangé (hele werkwoord = manger) 

Slide 2 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Ook bij de onregelmatige werkwoorden heb je het hulpwerkwoord "avoir". 


Slide 3 - Slide

Zet in de passé composé: tu ... (danser) pendant la fête?

Slide 4 - Open question

Zet in de passé composé: ils ... (avoir) un chien

Slide 5 - Open question

Zet in de passé composé: Nous ... (faire) nos devoirs.

Slide 6 - Open question

Zet in de passé composé: il ... (être) gentil

Slide 7 - Open question

Zet in de passé composé: Je/j'... (trouver) un chat!

Slide 8 - Open question

Zet in de passé composé: vous ... (regarder) la télé.

Slide 9 - Open question

Zet in de passé composé: Le prof ... (parler) avec les élèves.

Slide 10 - Open question

Zet in de passé composé: on ... (changer) d'avis.

Slide 11 - Open question

le passé composé is...
A
de tegenwoordige tijd
B
de toekomende tijd
C
de verleden tijd

Slide 12 - Quiz

Le passé composé
A
On a habité
B
On avait habité
C
On habite
D
On habitait

Slide 13 - Quiz

été
eu
fait
voulu
pu
pouvoir
être
faire
vouloir
avoir

Slide 14 - Drag question

Le passé composé
bestaat uit
A
onderwerp + hulp werkwoord + voltooid deelwoord
B
onderwerp + hulpwerkwoord + heel werkwoord
C
onderwerp +hulp ww+ bijv n.w.

Slide 15 - Quiz

Pouvoir
Vouloir
Willen
Kunnen
Mogen

Slide 16 - Drag question

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'pouvoir' met het onderwerp
peux
peux
peut
pouvons
pouvez
peuvent

Slide 17 - Drag question

Leren 
Gebruik de resterende tijd om te leren. 
Volgende les, proeftoets! 

Slide 18 - Slide