H7 Wohnen- week 16kgt

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Voordat je begint

1. Erg veel leerlingen hebben de vorige week (weer) niet gemaakt! 
2. Dat valt mij tegen! 
3. Zij missen veel punten voor hun praktijkcijfer. Want per niet (of te laat) gevolgde les = -1 punt

Formatieve toets nog niet gemaakt = -2 punten

Op de volgende dia....

een link naar de les van VORIGE week.

https:

Programma deze week

1. Lesen, Aufgabe 13, 14, 15 und 16, Seite 40-43
2. Grammatik
3. Grammatik controle vragen

Praxis cijfer periode 3

3 punten: pretpark

3 punten: lessonUp

2 punten: formatieve toets

2 punten: praktische opdracht h7

Cijfer telt 1x mee

Bezittelijk voornaamwoord

Uitlegvideo 

Uitleg grammatik op de volgende slide

Oefenen!

Op de volgende 11 dia's krijg je oefenvragen. Daarvan moet je er minimaal 7 goed hebben voor een voldoende! Succes en blijf oefenen!

Als je wilt aangeven dat iets van iemand is, gebruik je een bezittelijk voornaamwoord. Wat is daar in het Duits een voorbeeld van?

1. ich
2. du
3. sie
4. mein

Das ist Ihr Fahrrad.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

1. das
2. ist
3. Ihr
4. Fahrrad

Het bezittelijk voornaamwoord wordt op dezelfde manier vervoegd als "ein"

1. Waar
2. Niet waar

vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze ) Eltern

1. meine
2. dien
3. ihre
4. unsere

wat is het bezittelijk voornaamwoord in de zin:
Das ist mein Handy.

1. das
2. ist
3. mein

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist ( uw) Fahrrad.

1. ihr
2. Ihre
3. ihre
4. Ihr

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. meervoud

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch (o)

1. meine
2. meiner
3. meines
4. mein

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.

1. Ihre
2. Tante
3. 32 Jahre
4. alt

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes

1. haar|
2. moeder
3. heet
4. Agnes

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist (haar) Bruder

1. ihr
2. ihres
3. ihre

Wanneer wordt er een 'e' achter een bezittelijk voornaamwoord gezet?

1. bij mannelijk woorden ('der' woorden)
2. bij onzijdige woorden ('das' woorden)
3. bij vrouwelijke woorden ('die' woorden)
4. bij meervoud (altijd 'die')

Daltontaak

Daltontaak

Vorige week: week 15

Deze week: week 16

Uiterlijk vrijdag alles af en zichtbaar in LessonUp.