H3D - P2 - Les 3

Plattegrond

1 / 20

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Plattegrond

Slide 1 - Slide

Welkom H3D

Een eigen bedrijf

Slide 2 - Slide

Wat doen we deze les?

Welkom
Huiswerk bespreken - Brutowinst en nettowinst

Aan de slag
Afsluiten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

Na deze les kan je de omzet,
de brutowinst en het nettoresultaat
berekenen.

Slide 4 - Slide

Meegenomen?

Boek
Schrift
Pen

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil?

Slide 6 - Slide

Onvoorziene kosten?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

de omzet bereken je door..

afzet x inkoopprijs

inkoopwaarde+ bedrijfskosten

afzet x verkoopprijs

nettowinst+ inkoopwaarde

Slide 9 - Quiz

de huur en elektriciteitsrekening
van een bedrijf
zijn een voorbeeld van..

brutowinst

omzet

extra kosten

bedrijfskosten

Slide 10 - Quiz

Omzet

Nettowinst

Bedrijfskosten

Inkoopwaarde

Brutowinst

Slide 11 - Drag question

de omzet is gelijk aan..

de nettowinst, bedrijfskosten en inkoopwaarde

nettowinst en inkoopwaarde

brutowinst en bedrijfskosten

brutowinst en nettowinst

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Frikandelkapsalon

In oktober zijn er 1000 kapsalons verkocht.

De verkoopprijs per kapsalon is € 7,50.

De inkoopwaarde per kapsalon is € 2,50

Wat is de omzet in euro's?
Wat is de afzet in stuks?
Wat is de brutowinst in euro's?

(Denk eerst zelf na, overleg dan met je buur en

kijk of je hetzelfde antwoord hebt)

Slide 14 - Slide

Bespreken

Opdracht 4.4 en 4.5

Slide 15 - Slide

Basisbegrippen hoofdstuk 4

Afzet: Het aantal verkochte producten in stuks.

Omzet: Het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers.

Inkoopwaarde van de omzet: De inkoopprijs van de verkochte omzet.

Brutowinst: het geld dat overblijft na aftrek van de inkoop van de omzet

Nettowinst: het geldt dat overblijft na aftrek alle kosten van de omzet

Slide 16 - Slide

Berekeningen hoofdstuk 4

Afzet: Het aantal verkochte producten

Omzet: Afzet x verkoopprijs

Inkoopwaarde van de omzet: Afzet x inkoopprijs

Brutowinst: Omzet – inkoopwaarde van de omzet

Nettowinst: Brutowinst – alle bedrijfskosten

Slide 17 - Slide

Aan de slag!

H4 Een eigen bedrijf
4.2. Omzet, brutowinst en
nettowinst
Maak opdracht 4.9 t/m 4.14

timer

12:00

Slide 18 - Slide

Hoe succesvol is Manuel?

Slide 19 - Slide

Tot volgende week!

Slide 20 - Slide