LO 1 BALO - specifieke ontwikkelingsdoelen - deel 2
Snel reageren in de LO-les oefenen we op verschillende prikkels: auditieve, visuele of … prikkels.
1 / 12
next
Slide 1: Open question
didactiek lichamelijke opvoedingHoger onderwijs
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Snel reageren in de LO-les oefenen we op verschillende prikkels: auditieve, visuele of … prikkels.
Slide 1 - Open question
Wat betekent "tonus"?
A
gelijktijdig bewegen
B
bewegingen dissociëren
C
de spanning die in de spier aanwezig is
D
op de juiste toon bewegen
Slide 2 - Quiz
Waar of niet waar? "Tijdens inspanning adem je best in door je mond."
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Waar of niet waar? "De uitademing duurt best langer dan de inademing."
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Geef het juiste woord voor: "de verplaatsingsrichting en de snelheid van iets of iemand in beweging"
Slide 5 - Open question
ZICH BEWEGEN IN DE RUIMTE
ZICH BEWEGEN IN DE TIJD
omgaan met duur
omgaan met richting
vertrekken van aan je eigen touw, snel de 4 buitenlijnen tikken van het volleybalveld + terugkeren naar je eigen touw
stappen op het ritme van de handtrom
een aantal bewegingen in een bepaalde volgorde uitvoeren
omgaan met tempo
ballen in verschillende manden werpen/mikken (zowel dichtbij als verder af)
Slide 6 - Drag question
snelheid
uithouding
dynamische kracht
spiersoepelheid
gewrichts-beweeglijkheid
statische kracht
een krachtinspanning waarbij gewichtjes of het eigen lichaamsgewicht bewogen wordt tegen de invloed van de zwaartekracht
uitrekkingsmogelijkheid van de spieren
een inspanning van matige intensiteit gedurende een lange tijd kunnen volhouden zonder een groot tekort aan zuurstof
de wijdte van bewegingen die een bepaald gewricht toelaat
krachtinspanning waarbij het voorwerp of het eigen lichaam niet verplaatst wordt
het vlug kunnen uitvoeren van bewegingen in een korte tijdsspanne
Slide 7 - Drag question
Bij welke invalshoek hoort volgende opdracht voornamelijk thuis? "steek per 2 - verbonden met elkaar - de zaal over met 2 voeten en 3 handen op de grond"
A
3 - zich bewegen in de tijd
B
4 - oplossen van bewegingsproblemen
C
5 - fysieke fitheid ontwikkelen
D
6 - zich expressief en communicatief bewegen
Slide 8 - Quiz
Bij welke invalshoek hoort volgende opdracht voornamelijk thuis? "per 2 : ping pong balletjes wegblazen naar een gat in kartonnen doos"
A
1 - zich in beweging aanvoelen en organiseren
B
2 - zich bewegen in de ruimte
C
5 - fysieke fitheid ontwikkelen
D
7 - omgaan met sensorische prikkels
Slide 9 - Quiz
Het spelletje "Commando pinkelen" plaatsen we in invalshoek 1 "Zich in beweging aanvoelen en organiseren." Bij welk deelaspect past dit het beste?
A
evenwicht bewaren
B
lichaamsassen en lichaamshoudingen aanvoelen en hanteren
C
lateraliteit en voorkeurlichaamszijde aanvoelen en hanteren
D
bewegingen afremmen
Slide 10 - Quiz
Welk ander deelaspect uit invalshoek 1 komt hier zeker ook nog aan bod?
Slide 11 - Open question
"De bal in een frietzakje werpen of opvangen" Bij welk deelaspect past deze opdracht het beste?