Waar in ons lichaam bevindt het evenwichtsorgaan zich?
1 / 20
next
Slide 1: Open question
didactiek lichamelijke opvoedingHoger onderwijs
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Waar in ons lichaam bevindt het evenwichtsorgaan zich?
Slide 1 - Open question
Hoe bewaar je je evenwicht makkelijker bij het stappen op een balk?
A
door compensatorische bewegingen te maken met je armen
B
door je ogen te sluiten
C
door je kousen aan te doen
D
door je te fixeren op 1 bepaald punt
Slide 2 - Quiz
statisch evenwicht
dynamisch evenwicht
lopen op een balk
een potje op het hoofd in evenwicht houden
elkaar uit evenwicht trekken
Slide 3 - Drag question
Hoe noemt men "de (denkbeeldige) as die de buik- en rugzijde verbindt"?
Slide 4 - Open question
Hoe noemt men "de functionele ongelijkheid tussen 2 overeenkomstige lichaamsdelen"?
Slide 5 - Open question
Geef een ander woord voor "dominante lichaamshelft"
Slide 6 - Open question
Vanaf welke leeftijd kan je de begrippen "links en rechts" aanbrengen?
A
vanaf 2 jaar
B
vanaf 3 jaar
C
vanaf 5 jaar
D
vanaf 6 jaar
Slide 7 - Quiz
Wat betekent "inhibitie"?
Slide 8 - Open question
Snel reageren in de LO-les oefenen we op verschillende prikkels: auditieve, visuele of … prikkels.
Slide 9 - Open question
Wat betekent "tonus"?
A
gelijktijdig bewegen
B
bewegingen dissociëren
C
de spanning die in de spier aanwezig is
D
op de juiste toon bewegen
Slide 10 - Quiz
Waar of niet waar? "Tijdens inspanning adem je best in door je mond."
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Waar of niet waar? "De uitademing duurt best langer dan de inademing."
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Geef het juiste woord voor: "de verplaatsingsrichting en de snelheid van iets of iemand in beweging"
Slide 13 - Open question
ZICH BEWEGEN IN DE RUIMTE
ZICH BEWEGEN IN DE TIJD
omgaan met duur
omgaan met richting
vertrekken van aan je eigen touw, snel de 4 buitenlijnen tikken van het volleybalveld + terugkeren naar je eigen touw
stappen op het ritme van de handtrom
een aantal bewegingen in een bepaalde volgorde uitvoeren
omgaan met tempo
ballen in verschillende manden werpen/mikken (zowel dichtbij als verder af)
Slide 14 - Drag question
snelheid
uithouding
dynamische kracht
spiersoepelheid
gewrichts-beweeglijkheid
statische kracht
een krachtinspanning waarbij gewichtjes of het eigen lichaamsgewicht bewogen wordt tegen de invloed van de zwaartekracht
uitrekkingsmogelijkheid van de spieren
een inspanning van matige intensiteit gedurende een lange tijd kunnen volhouden zonder een groot tekort aan zuurstof
de wijdte van bewegingen die een bepaald gewricht toelaat
krachtinspanning waarbij het voorwerp of het eigen lichaam niet verplaatst wordt
het vlug kunnen uitvoeren van bewegingen in een korte tijdsspanne
Slide 15 - Drag question
Bij welke invalshoek hoort volgende opdracht voornamelijk thuis? "steek per 2 - verbonden met elkaar - de zaal over met 2 voeten en 3 handen op de grond"
A
3 - zich bewegen in de tijd
B
4 - oplossen van bewegingsproblemen
C
5 - fysieke fitheid ontwikkelen
D
6 - zich expressief en communicatief bewegen
Slide 16 - Quiz
Bij welke invalshoek hoort volgende opdracht voornamelijk thuis? "per 2 : ping pong balletjes wegblazen naar een gat in kartonnen doos"
A
1 - zich in beweging aanvoelen en organiseren
B
2 - zich bewegen in de ruimte
C
5 - fysieke fitheid ontwikkelen
D
7 - omgaan met sensorische prikkels
Slide 17 - Quiz
Het spelletje "Commando pinkelen" plaatsen we in invalshoek 1 "Zich in beweging aanvoelen en organiseren." Bij welk deelaspect past dit het beste?
A
evenwicht bewaren
B
lichaamsassen en lichaamshoudingen aanvoelen en hanteren
C
lateraliteit en voorkeurlichaamszijde aanvoelen en hanteren
D
bewegingen afremmen
Slide 18 - Quiz
Welk ander deelaspect uit invalshoek 1 komt hier zeker ook nog aan bod?
Slide 19 - Open question
"De bal in een frietzakje werpen of opvangen" Bij welk deelaspect past deze opdracht het beste?