Gesloten vragen zijn niet fout. Soms is een gesloten vraag juist fijn, omdat je
even kunt nadenken voordat je ‘doorvraagt’. Doorvragen betekent dat je
verder ingaat op het antwoord van de geïnterviewde. Echte journalisten
vragen door, wanneer ze het gevoel hebben dat de geïnterviewde niet
voldoende antwoord heeft gegeven. Bijvoorbeeld:
Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk
van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen
denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”