H6 Klimaat en natuurlandschappen - Par 4 Klimaatverandering - les 1
H6.4 Klimaatverandering
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H6.4 Klimaatverandering
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet:
1. welke kenmerken de klimaatverandering heeft in Europa.
2. welke twee belangrijke gevolgen de klimaatverandering heeft.
3. het verschil tussen het broeikaseffect en het versterktbroeikaseffect.
Slide 2 - Slide
KLIMAAT
Wat is klimaat?
Slide 3 - Slide
Wat weten we al over klimaatverandering?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Het klimaat verandert
In Europa zie je verschillen in het klimaat (temperatuur en neerslag): klimaatverandering
De Bilt: warmer en natter;
--> neerslag = onvoorspelbaarder en heftiger
Wat valt op aan de kaarten?
Slide 12 - Slide
B142 + 143
Verandering van het klimaat (klimaatverandering) is heel normaal.
Niet zo heel lang geleden, tussen 1400 en 1850, was er bij ons nog de ‘kleine ijstijd’. Het was toen kouder en er lag meer sneeuw.
Klimaat aarde --> broeikaseffect -->
Het versterkt broeikaseffect en klimaatverandering
Slide 13 - Slide
(natuurlijk) Broeikaseffect
Broeikasgassen:
C02 (koolstofdioxide)
H20 (waterdamp)
CH4 (methaan)
N2 (stiksstofoxide)
Zonder broeikaseffect zou de aarde onbewoonbaar zijn. De gemiddelde temperatuur zou dan −18 °C zijn in plaats van +15 °C nu.
Slide 14 - Slide
Welke helft van deze afbeelding weergeeft het versterkt broeikaseffect?
Wat is het versterktbroeikaseffect?
De uitstoot van CO2 in de lucht komt vooral door verbranding van aardgas, aardolie en steenkool. Dat zijn fossiele brandstoffen (fossiele energiebronnen).
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Leerdoelen
Je weet:
1. welke kenmerken de klimaatverandering heeft in Europa.
2. welke twee belangrijke gevolgen de klimaatverandering heeft.
3. het verschil tussen het broeikaseffect en het versterktbroeikaseffect.