Ik kan de drie verschillende fases waarin een stof zich kan bevinden benoemen.
Ik kan op molecuul niveau uitleggen wat moleculen doen in bepaalde fases.
Ik kan de 6 verschillende faseovergangen benoemen.
Ik kan op molecuul niveau uitleggen wat voor verschillende mengsels er zijn.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
fases en faseovergangen
Ik kan de drie verschillende fases waarin een stof zich kan bevinden benoemen.
Ik kan op molecuul niveau uitleggen wat moleculen doen in bepaalde fases.
Ik kan de 6 verschillende faseovergangen benoemen.
Ik kan op molecuul niveau uitleggen wat voor verschillende mengsels er zijn.
Slide 1 - Slide
3 fases
Vast fase
De vaste fase is wanneer de stof het "koudst" is.
De stof is dan nog niet voorbij het smeltpunt.
Bij de stof ijs is het smeltpunt 0 graden celsius. onder 0 graden is de stof dus altijd vast.
vloeibare fase
Wanneer een stof in de vloeibare fase is, is de stof al voorbij het smeltpunt. De stof is dan tussen het smelt- en het kookpunt in.
Water is al voorbij het smeltpunt ( 0 graden celsius) maar nog niet voorbij het kookpunt (100 graden celsius).
Gas fase
Wanneer een stof in de gas fase is is de stof al voorbij het kookpunt. in het geval van water is het dus al meer dan 100 graden celsius. Als een stof een gas is is het dus ook op zijn "warmst".
Slide 2 - Slide
Vaste fase
vloeibare fase
Gas fase
Een tafel
Een scheetje
Frisdrank
yoghurt
Een laptop
lucht verfrisser
Pindakaas
Prik in frisdrank
Slide 3 - Drag question
Vast
Vloeibaar
Gas
Benoem van de 3 fases voor elke fase 5 voorbeelden.
Slide 4 - Mind map
In welke fase is pannenkoekenmix?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 5 - Quiz
In welke fase is de lucht om ons heen?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 6 - Quiz
In welke fase is een glas?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 7 - Quiz
6 fase overgangen
faseovergangen
Er zijn drie verschillende fases. Maar een stof kan van de ene fase naar de andere fases gaan. Er zijn 6 verschillende fase overgangen tussen de 3 fases.
Slide 8 - Slide
6 fase overgangen
Vast fase
Van de vloeibare fase naar de vaste fase (d) word stollen genoemd.
Van de gas fase naar de vaste fase (b) word rijpen genoemd.
vloeibare fase
Van de vaste fase naar de vloeibare fase (e) word smelten genoemd.
Van de gas fase naar de vloeibare fase (f) word condenseren genoemd.
Gas fase
Van de vloeibare fase naar de gas fase (g) word verdampen genoemd.
Van de vaste fase naar de gas fase (c) word sublimeren genoemd.
Slide 9 - Slide
Stollen
Rijpen
Verdampen
Sublimeren
Smelten
Condenseren
Slide 10 - Drag question
Welke faseovergang heeft plaats gevonden als je op het raam ademt en er verschijnen daar druppels.
A
Condenseren
B
Smelten
C
Stollen
D
Verdampen
Slide 11 - Quiz
Als je water kookt voor thee komt er stoom van het water af. Welke fase overgang is dat?
A
Rijpen
B
Stollen
C
Smelten
D
Verdampen
Slide 12 - Quiz
Als je een ijsje eet veranderd het ijs langzaam in een vloeistof. Hoe heet deze fase overgang?