BOA - Hoofdstuk 13 - (2) Dwangmiddelen voorwerpen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BOAMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat heb je de vorige les geleerd?
Wat wordt bedoeld met inbeslagneming
Wat de voorwaarden zijn om iets in beslag te mogen nemen
Wanneer een voorwerp vatbaar is voor inbeslagneming
Wanneer je bevoegd bent om iets in beslag te nemen

Slide 2 - Slide

Wat weet je na deze les?
Wat het verschil is tussen een eigenaar + bezitter + houder
Van wie je de uitlevering mag vorderen van een voorwerp
Wanneer je plaatsen mag betreden ter inbeslagneming
Wat wordt bedoeld met de 'bevriezingsbevoegdheid'
Wat er gebeurt met in beslag genomen voorwerpen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Een eigenaar moet het voorwerp ook altijd in zijn bezit hebben!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Ik huur een auto. Op die auto staat met grote letters: 'Rent-a-Car'. Wat ben ik dan van die auto?
A
Eigenaar
B
Bezitter
C
Houder
D
Geen van deze

Slide 6 - Quiz

Ik leen een fiets van mijn buurman. Wat ben ik en wat is mijn buurman dan?
A
Ik: Houder Buurman: Eigenaar
B
Ik: Bezitter Buurman: Eigenaar
C
Ik: Eigenaar Buurman: Houder
D
Ik: Bezitter Buurman: Houder

Slide 7 - Quiz

De politie controleert mij terwijl ik op een gestolen fiets zit. De politie weet echter nog niet dat deze fiets gestolen is. Wat ben ik dan?
A
Eigenaar
B
Houder
C
Bezitter
D
Verdachte

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Dit heb je geleerd!
Wat het verschil is tussen een eigenaar + bezitter + houder
Van wie je de uitlevering mag vorderen van een voorwerp
Wanneer je plaatsen mag betreden ter inbeslagneming
Wat wordt bedoeld met de 'bevriezingsbevoegdheid'
Wat er gebeurt met in beslag genomen voorwerpen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Slide